oefentoets ww-spel 1A

Kun je een lidwoord voor 'tafel' zetten?
A
ja
B
nee
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 14 min

Onderdelen in deze les

Kun je een lidwoord voor 'tafel' zetten?
A
ja
B
nee

Slide 1 - Quizvraag

Een plaatsnaam schrijf je altijd met een hoofdletter.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Er kan maar één hoofdletter in een zin staan.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Welke zin staat in de verleden tijd?
'Ik ben blij' of 'Ik was blij'?
A
Ik ben blij
B
Ik was blij

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de tegenwoordige tijd van 'ik wierp'?

Slide 5 - Open vraag

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
bubbels
B
frisdrank
C
pepsi

Slide 6 - Quizvraag

Is 'nemen' een sterk of een zwak werkwoord
A
sterk
B
zwak

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het meervoud van 'brief'?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'verhuisdoos'?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?
A
ik puzzel
B
ik puzzle
C
ik puzzelde
D
ik puzelde

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?
'Weet je zeker dat dat ............(bestaan)?
A
besta
B
bestat
C
bestaat
D
bestond

Slide 11 - Quizvraag

Zet in de verleden tijd:
De dieren ............(vluchten) weg voor het kabaal.

Slide 12 - Open vraag

Zet in de verleden tijd:
'Hij ...........(worden) ontslagen door zijn baas.

Slide 13 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'file'
A
file's
B
files
C
filees

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het meervoud van 'café'?
A
cafe's
B
café's
C
cafes
D
cafees

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meervoud van 'drama'?
A
dramas
B
dramaas
C
drama's
D
dramaa's

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van 'paraplu'?
A
paraplu'tje
B
parapluutje

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van 'stroom'?

Slide 18 - Open vraag