Herhaling - voorbereiding PW H3 - G1A

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Waarnemen H3 - G1A

Wat gaan we doen vandaag?

- Doornemen stof PW 25 maart 

- Checken H3 via vragen over de stof voor volgende week. 

- Uitleg paragraaf 3.5 Hersenen

- Check Huiswerk (alles af?)

Groep A: Online opdrachten 'paragraaf 3.5' maken. 
Groep B: Practicum 'Ruiken en Proeven'. 

Doornemen stof PW 25 maart

- Ga naar magistermail
- Open de mail van HGM van zondag 14 maart.

Iemand nog vragen over de stof? 

Paragraaf 3.1 gaat over zintuigen, prikkels, impulsen, zenuwstelsel etc.
- Bekijk paragraaf 3.1 .
- Heb je hier nog een vraag over? Zo niet, type dan 'n.v.t of 'X'.

Paragraaf 3.2 gaat over je oog (onderdelen), netvlies, kegeltjes en staafjes, werking van je lens etc.
- Bekijk paragraaf 3.2.
- Heb je hier nog een vraag over? Zo niet, type dan 'n.v.t of 'X'.

Paragraaf 3.3 gaat over je oor (onderdelen) gehoorgrenzen, Herz en Decibel, buis van Eustachius en je evenwichtsorgaan.
- Bekijk paragraaf 3.3
- Heb je hier nog een vraag over? Zo niet, type dan 'n.v.t of 'X'.

Paragraaf 3.4 gaat over ruiken en proeven, onderdelen van je neus en je tong, smaakpapillen en eetbeleving.
- Bekijk paragraaf 3.4
- Heb je hier nog een vraag over? Zo niet, type dan 'n.v.t of 'X'.

De verdieping van blz. 94/95 gaat over 'ogen van dieren'.
- Bekijk de verdieping.
- Heb je hier nog een vraag over? Zo niet, type dan 'n.v.t of 'X'.

Hoe kun je een vak als
biologie
het beste leren?

Paragraaf 3.5

Hersenen

5 voorkennis vragen!

In welk deel van de hersenen vindt bewustwording plaats?

1. Grote hersenen
2. Kleine hersenen
3. Hersenschors
4. Hersenstam

De hersenen bestaan uit...

1. Grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
2. Grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg
3. Kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
4. Grote hersenen, kleine hersenen en hersenstam

Welke hersenen coördineren alle bewegingen?

1. Grote hersenen
2. Kleine hersenen
3. Hersenstam
4. Hypofyse

Welke route van signaalverwerking hieronder klopt?

1. zintuig, zenuw, ruggenmerg, hersenstam, grote hersenen
2. spier, ruggenmerg, kleine hersenen, grote hersenen
3. grote hersenen, ruggenmerg, kleine hersenen, zenuwen, zintuig
4. grote hersenen, kleine hersenen, ruggenmerg, zenuwen, spier

Slapen is goed voor je geheugen. Tijdens je slaap worden nieuwe verbindingen tussen zenuwcellen aangelegd.
In welk deel van de hersenen worden deze nieuwe verbindingen tussen zenuwcellen aangelegd?

1. Grote hersenen
2. Kleine hersenen
3. Hersenstam
4. Hypofyse

Je brein onder de loep!

paragraaf 3.5 - start uitleg

Hersenstam:

Ook wel 'reptielenbrein' genoemd.

Besturing (onbewust) vitale levensfuncties!
(Bv. hartslag, ademhaling, bloeddruk en temperatuur)

Geleidt impulsen van ruggenmerg naar grote- en kleine hersenen en omgekeerd. 

Hoofd en hals d.m.v hersenzenuwen verbonden met de hersenstam.

Hersenen klein:

Kleine hersenen: afstemming vele bewegingen en evenwicht.

Coördineren impulsen naar je spieren voor gecontroleerde  bewegingen van je lichaam.

  

Fijne motoriek (te oefenen).

Automatiseren: sommige bewegingen verleer je niet meer (schaatsen, fietsen, schrijven etc.)

Hersenen groot:

Hersenen:
- buitenste gedeelte = schors (sterk geplooid). Grijs gebied. 
- binnenste gedeelte = merg. Wit gebied

Schors bevat hersencentra.
Gebieden waar impulsen uit specifieke zintuigen worden verwerkt - reactie - terugsturen impuls. 

Hersenactiviteit - actiever naarmate je brein zelf harder moet werken. 
Meetbaar met EEG (elektroden op je hoofd - lijndiagram) of met MRI (contrastvloeistof - foto's)

MRI

Je zou de grijze stof kunnen zien als verschillende afdelingen van een ziekenhuis die met elkaar samenwerken, en de witte stof als de telefoonlijnen die deze afdelingen gebruiken om opdrachten aan elkaar over te brengen.
Als elke afdeling goed zijn werk doet en als alle communicatie soepel gaat, functioneert het ziekenhuis optimaal. Of dit ook het geval is voor je brein, probeer je met een MRI-scan in kaart te brengen.

Automatiseren: 

Leren: verbindingen tussen zenuwcellen ontstaan.

Meer verbindingen, hoe beter de handelingen (oefenen), hoe meer je leert.

Iets nieuws te leren? Aanmaak nieuwe verbindingen.

Infor niet meer nodig? Use it, or lose it. 

Onthouden en herinneren:

Informatie opslaan in 2 soorten geheugen:
1. kortetermijngeheugen: max. 30 min.
(minder belangrijke info)

Door herhaling plaatsing in...

2. lange termijngeheugen: (over het algemeen belangrijke info). 
Zenuwcellen verbonden tot vaste route = geheugenspoor.
Geheugenspoor kun je activeren = herinneren.
Hoe vaker gebruikt, hoe gemakkelijker de herinnering.

STAMPWERK (WOORDJES) = HERHALING + OEFENING = INSLIJTEN GEHEUGENSPOOR

Hoe nu verder?

- Check Huiswerk (alles af?) anders afmaken.

- Nog vragen cijfers van het zonnebloemwerkstuk?
- Opdrachten 'paragraaf 3.5 maken'. 

2e helft van 40 minuten:

Groep A: Online opdrachten 'paragraaf 3.5' maken.

Groep B: Practicum 'Ruiken en Proeven'.