Les omgeving woordvolgorde

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Level 1:
Ik kan een goede Nederlands zin schrijven.

Level 2:
Ik kan schrijven waarom ik iets wil. (want/ omdat)

Doel:

op het AZC.

Sidra wil een supermarkt

Wil Sidra een supermarkt

Een supermarkt wil Sidra

op het AZC.

Mevrouw Hilda wil een school

Wil mevrouw Hilda een school

Een school wil mevrouw Hilda

Adil koopt het vlees.

Koopt Adil het vlees.

Het vlees koopt Adil.

Ahmad pakt het brood.

Het brood pakt Ahmad

Pakt Ahmad het brood.

Wat is een goede zin? 

      De man     

1.

Wie?

  

2.

 werkwoord 

3.

Wat?  

pakt

Wat is een goede zin? 

      De man     

1.

Wie?

  

2.

 werkwoord 

3.

Wat?  

pakt

Wat is een goede zin? 

      De man     

1.

Wie?

  

2.

werkwoord 

3.

Wat?  

het brood

???

Wat is een goede zin? 

      De man     

1.

Wie?

  

2.

werkwoord 

3.

Wat?  

het brood

Wat is een goede zin? 

??? 

1.

Wie?

  

2. 

 werkwoord 

3.

Wat?  

pakt

het brood

1.

Wie?

2.
Werkwoord.

de mannen

Wij

Yasmine

ik

pakken

zit

zitten

wil

???

Wat is een goede zin? 

      De mannen     

1.

Wie?

  

2. 
werkwoord 

3.

Wat?  

het brood

Wat is een goede zin? 

Ik

1.

Wie?

  

2. 
werkwoord 

3.

Wat?  

een voetbalveld

Waar?

  

wil

op het AZC.

Wat is een goede zin? 

Ik

1.

Wie?

  

2. 
werkwoord 

3.

Wat?  

Waar?

  

wil

op het AZC.

???

Wat is een goede zin? 

1.

Wie?

  

2. 
werkwoord 

3.

Wat?  

Waar?

  

wil

op het AZC.

een voetbalveld

Wat wil jij op het AZC hebben?

Ik kan een Nederlandse zin maken