maandag 21 oktober
maandag 21 oktober
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
maandag 21 oktober
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk
maandag 21 oktober
Cursus 7, paragraaf 10 (blz 258) opdracht 1, 2, 3, 4 en 5.
Slide 2 - Tekstslide
Naast voltooid deelwoorden zijn er ook onvoltooide deelwoorden. Een onvoltooid deelwoord wordt gebruikt om aan te geven dat je iets doet, terwijl je ook iets anders doet. Een voltooid deelwoord wordt gemaakt door een –d of –de achter het hele werkwoord te plakken. Bijvoorbeeld: ‘Lachend fietsten wij naar school’. In deze zin wordt aangegeven dat iemand terwijl hij fietst, ook aan het lachen is.
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht 1
1 voltooid deelwoord onvoltooid deelwoord
a dromen gedroomd dromend
b glimlachen geglimlacht glimlachend
c oppassen opgepast oppassend
d spreken gesproken sprekend
e uitkijken uitgekeken uitkijkend
f zweven gezweefd zwevend
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht 2
a vd - Geveild bij Sotheby’s heeft het schilderij nog ruim 2 miljoen euro vd - opgebracht.
b Toen de ster was vd - gearriveerd, wachtten zijn fans hem luid od - applaudisserend op.
c od - Verlangend naar hereniging reisden de vluchtelingen naar hun familieleden.
d De wandelaars keken vd - verbaasd naar de potvis die op het strand was vd - aangespoeld.
e Toen de jager de moed al had vd - opgegeven, kwam er een hert al od - struikelend langs zijn pad.
f od - Zwaaiend naar de Oranjefans is het koninklijk paar naar het Binnenhof vd - gereden.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 3
1 de beledigende opmerking - od
2 de bestelde boeken - vd
3 de teleurstellende resultaten - od
4 de verwoeste boerderij - vd
5 een glanzende ring - od
6 een oververhitte oven - vd
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht 4
Bijvoeglijk naamwoord Bijvoeglijk naamwoord
van voltooid deelwoord van onvoltooid deelwoord
a afwachten - afgewachte - afwachtende
b bedroeven - bedroefde - bedroevende
c dwingen - gedwongen - dwingende
d herstellen - herstelde - herstellende
e opwekken - opgewekte - opwekkende
f verrassen - verraste - verrassende
g wantrouwen - gewantrouwde - wantrouwende
h winnen - gewonnen - winnende
Slide 8 - Tekstslide
- De bedroefde werknemers van de opgeheven vestiging van DAF kregen te horen dat er geen gedwongen ontslagen zouden vallen.
- Op bezoek in het ziekenhuis bij mijn van een operatie herstellende vriend zag ik aan zijn opgewekte blik dat het alweer beter met hem ging.
- Tot verbazing van de verraste toeschouwers wist de wereldkampioen schaken geen winnende zet te bedenken.
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 5
a Vrolijk od (fluiten) pvtt (leggen) de luitenant zijn overhemden in de bn (schoonmaken) kast.
b Is het bn (stelen) schilderij door in kunst bn (handelen) criminelen vd (doorverkopen)?
c Het goed bn (uitrusten) rampenteam pvtt (redden) mensen uit de bn (instorten) huizen.
d De bn (samenstromen) menigte smeekte om bn (passen) maatregelen tegen drugsoverlast.
e pvtt (worden) dit fraai bn (restaureren) pand aan bn (ondernemen) starters vd (verhuren)?
f Hardop od (mopperen) pvtt (beschuldigen) de supporter de bn (falen) coach van onkunde.
Slide 10 - Tekstslide
a Vrolijk fluitend legt de luitenant zijn overhemden in de schoongemaakte kast.
b Is het gestolen schilderij door in kunst handelende criminelen doorverkocht?
c Het goed uitgeruste rampenteam redt mensen uit de ingestorte huizen.
d De samengestroomde menigte smeekte om passende maatregelen tegen drugsoverlast.
e Wordt dit fraai gerestaureerde pand aan ondernemende starters verhuurd?
f Hardop mopperend beschuldigt de supporter de falende coach van onkunde.
Slide 11 - Tekstslide
Ik kan voltooide en onvoltooide deelwoorden spellen, ook als ze bijvoeglijk worden gebruikt?
Ja dat lukt!
Mwoa, moeilijk, maar het lukt!
ehmmmmmNEEEE
Slide 12 - Poll
Paragraaf 11 Werkwoordsvormen en werkwoordstijden
Je hebt geleerd dat een werkwoord verschillende vormen kan hebben en hoe je die verschillende werkwoordsvormen moet spellen. Een overzicht:
- infinitief (inf): spelen;
- persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt): speel/speelt (ev), spelen (mv);
- persoonsvorm verleden tijd (pvvt): speelde (ev), speelden (mv);
- voltooid deelwoord (vd): gespeeld;
- onvoltooid deelwoord (od): spelend.
Van het voltooid deelwoord en het onvoltooid deelwoord kun je een bijvoeglijk naamwoord (bn) maken: de gespeelde wedstrijd; de spelende kinderen.
Slide 13 - Tekstslide
Er zijn verschillende werkwoordstijden:
onvoltooid tegenwoordige tijd (ott):
Kirian surft bijna elke dag.
Malika gaat zaterdag winkelen.
onvoltooid verleden tijd (ovt):
Kirian surfte bijna elke dag.
Malika ging zaterdag winkelen.
voltooid tegenwoordige tijd (vtt):
Kirian heeft bijna elke dag gesurft.
Malika is zaterdag gaan winkelen.
voltooid verleden tijd (vvt):
Kirian had bijna elke dag gesurft.
Malika was zaterdag gaan winkelen.
In de voltooide tijd is de persoonsvorm een vorm van het werkwoord hebben of zijn. Verderop in de zin staat dan vaak (maar niet altijd) een voltooid deelwoord.
Slide 14 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 15 - Link
Ik kan de werkwoordsvormen en werkwoordstijden herkennen en gebruiken
Voldoende om de opdrachten te maken!
Ik wil graag nog meer uitleg!
Ik lees de theorie nog eerst goed door!
Slide 16 - Poll
Aan de slag
Cursus 7, paragraaf 11 (blz.260); opdracht 1, 2, 3 en 4.
(huiswerk voor 4 november)
