In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 25 min
Onderdelen in deze les
Checken leerdoelen werkwoordspelling
In totaal kun je 37 punten halen.
Schrijf op hoeveel punten je haalt.
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel: ik weet welke werkwoordvormen (en -tijden) ik moet invullen. Kies uit: pvtt - pvvt - vd - od - bn - inf 1) HUILEND liep Sanne naar huis.
Slide 2 - Open vraag
Leerdoel: ik weet welke werkwoordvormen (en -tijden) ik moet invullen. Kies uit: pvtt - pvvt - vd - od - bn - inf 2) Deze zomer BEN ik naar Italië geweest.
Slide 3 - Open vraag
Leerdoel: ik weet welke werkwoordvormen (en -tijden) ik moet invullen. Kies uit: pvtt - pvvt - vd - od - bn - inf 3) Hij MOEST hard lachen.
Slide 4 - Open vraag
Leerdoel: ik weet welke werkwoordvormen (en -tijden) ik moet invullen. Kies uit: pvtt - pvvt - vd - od - bn - inf 4) Ze komen 3 maart ETEN.
Slide 5 - Open vraag
Leerdoel: ik weet welke werkwoordvormen (en -tijden) ik moet invullen. Kies uit: pvtt - pvvt - vd - od - bn - inf 5) Hard GELOPEN heeft hij die dag!
Slide 6 - Open vraag
Leerdoel: ik weet welke werkwoordvormen (en -tijden) ik moet invullen. Kies uit: pvtt - pvvt - vd - od - bn - inf 6) Hun VERWENDE dochter zal wel geen hutspot eten.
Slide 7 - Open vraag
Leerdoel: ik weet welke werkwoordvormen (en -tijden) ik moet invullen. Kies uit: pvtt - pvvt - vd - od - bn - inf 7) Daar GEBEURT altijd wat.
Slide 8 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen. 8) Waarom …VINDEN… jij dat boek saai?
Slide 9 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen. 9) Ik vermoed dat zij de nieuwe directeur …WORDEN …
Slide 10 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen. 10) Je …RADEN… nooit waar ik gisteren geweest ben.
Slide 11 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen. 11) Je …RADEN… nooit waar ik gisteren geweest ben.
Slide 12 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen. 12) Iris …WILLEN… in de zomer graag naar Portugal.
Slide 13 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan sterke en zwakke werkwoorden herkennen. 13) raden
Slide 14 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan sterke en zwakke werkwoorden herkennen. 14) denken
Slide 15 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan sterke en zwakke werkwoorden herkennen. 14) lopen
Slide 16 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan sterke en zwakke werkwoorden herkennen. 15) blijven
Slide 17 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan sterke en zwakke werkwoorden herkennen. 16) gooien
Slide 18 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan sterke en zwakke werkwoorden herkennen. 17) voetballen
Slide 19 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan sterke en zwakke werkwoorden herkennen. 18) werpen
Slide 20 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd van zwakke werkwoorden spellen. 19) Nadat hij door de kat gekrabd was, …BLOEDEN… hij behoorlijk.
Slide 21 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd van zwakke werkwoorden spellen. 20) Erik en Siebe …BLUFFEN… dat ze de wedstrijd tegen Docos makkelijk zouden winnen.
Slide 22 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd van zwakke werkwoorden spellen. 21) Het was duidelijk te merken dat er allerlei virussen rondgingen, want veel leerlingen …HOESTEN…
Slide 23 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd van sterke werkwoorden spellen. 22) Fiene …GIETEN… de bouillon in de pan.
Slide 24 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd van sterke werkwoorden spellen. 23) In de Eerste Wereldoorlog …ZENDEN… de generaals tienduizenden manschappen de dood in.
Slide 25 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd van sterke werkwoorden spellen. 24) Voorafgaande aan het staatsbanket poetste het personeel het zilverwerk op totdat het …GLIMMEN… in het kaarslicht.
Slide 26 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan voltooide deelwoorden spellen.
25) Tijdens de demonstratie werd er een standbeeld in het water …GOOIEN…
Slide 27 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan voltooide deelwoorden spellen.
26) Hij heeft zich wel twee keer achter zijn oren …KRABBEN… voordat hij ja zei.
Slide 28 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan voltooide deelwoorden spellen.
27) De verhuizing naar een nieuw schoolgebouw is een juiste keuze …BLIJKEN...
Slide 29 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan voltooide deelwoorden spellen.
28) Ik heb zijn verhaal nooit …GELOVEN…
Slide 30 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan voltooide deelwoorden spellen.
29) We zijn iets later met de les …BEGINNEN…
Slide 31 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan onvoltooide deelwoorden spellen.
30) Noteer het onvoltooid deelwoord van KRUIPEN.
Slide 32 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan onvoltooide deelwoorden spellen.
31) Noteer het onvoltooid deelwoord van GAAN.
Slide 33 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan onvoltooide deelwoorden spellen.
32) Noteer het onvoltooid deelwoord van GAAN.
Slide 34 - Open vraag
Leerdoel: Ik kan de werkwoordstijden herkennen en gebruiken.
33) Welke werkwoordsvorm is: Waarom FIETS jij dat hele eind?
A
inf
B
pvtt
C
pvvt
D
vd
Slide 35 - Quizvraag
Leerdoel: Ik kan de werkwoordstijden herkennen en gebruiken.
34) Welke werkwoordsvorm is: Joost ging altijd FIETSEND naar zijn werk.
A
pvtt
B
pvvt
C
od
D
vd
Slide 36 - Quizvraag
Leerdoel: Ik kan de werkwoordstijden herkennen en gebruiken.
35) Welke werkwoordsvorm is: In Twente FIETSTEN ze iedere dag tientallen kilometers.
A
pvtt
B
pvvt
C
od
D
vd
Slide 37 - Quizvraag
Leerdoel: Ik kan de werkwoordstijden herkennen en gebruiken.
36) Welke werkwoordsvorm is: Heel veel GEFIETST heb ik in die vakantie.
A
pvtt
B
pvvt
C
od
D
vd
Slide 38 - Quizvraag
Spellingsregels
37) Vul in: het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op ..... of ....
Slide 39 - Open vraag
Theorie
38) Op welke letter(s) eindigt de persoonsvorm in de verleden tijd NOOIT?