3.9 Spelling - deel 1

Wat je in deze les leert...

1. Spelling: voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord uit paragraaf 3.9



1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat je in deze les leert...

1. Spelling: voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord uit paragraaf 3.9



Slide 1 - Tekstslide

Bedrijvende en lijdende vorm
§3.7 Grammatica zinsdelen
Duik erin! Kijk de filmpjes van Ta!ent en lees nauwkeurig de theorie uit het leerwerkboek. In Lessonup staat een les met herhaling van de lesstof en extra filmpjes. :))))))))
Waarom? Voor afwisselende zinnen zorgen, de handelende personen niet willen of kunnen noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Het onderwerp doet iets of ondergaat iets!
In een bedrijvende/actieve zin verricht het onderwerp de handeling uit het werkwoordelijk gezegde.

In een lijdende of passieve zin ondergaat het onderwerp de handeling van het werkwoordelijk gezegde.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeldzin 
Bedrijvend/actief  = Jan / organiseert / een feest.
Lijdend/passief      = Het feest / is / door Jan / georganiseerd.

Slide 4 - Tekstslide

Een bedrijvende zin kan je  'lijdend' maken en andersom!
Van een bedrijvende zin kan je een lijdende zijn maken als er een lijdend voorwerp in staat. Dat doe je met de werkwoorden  'zijn' en 'worden'
Het lv wordt dan het o in de lijdende zin. 

Jara / laat / de hond / uit. = actief
De hond / wordt / uitgelaten.=passief

Slide 5 - Tekstslide

Door wie wordt de handeling verricht in een lijdende/passieve zin? 
In sommige lijdende/passieve zinnen staat
 wie de handeling uit het wg verricht. 
Dan staat er 'door' en dat heet
een  'door-bepaling'. 
Dit zinsdeel benoem je als bijwoordelijke bepaling (bwb). 

De hond / wordt  /uitgelaten / door Jara. 
         o      /      pv      /       wg      /          bwb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Schema werkwoordspelling? Bladzijde 242!

Slide 8 - Tekstslide

3.9 Spelling: Voltooid deelwoord 

Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de pv meestal een vorm van zijn, hebben of worden


Spellen voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden? 

Het werkwoord langer maken of 't ex-kofschip!


Bijvoorbeeld: bezorgen - bezorgde - bezorgd

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden
gedanst
verhuisd

Slide 10 - Tekstslide

Hoe spel je het voltooid van sterke werkwoorden?

Slide 11 - Woordweb

Spelling voltooid deelwoord bij 
sterke werkwoorden
Bij sterke werkwoorden verandert de klinker in de verleden tijd en eindigt het voltooid deelwoord op -en:

     lopen - liep - gelopen
     wijzen - wees - gewezen
     helpen - hielp - geholpen. 

Slide 12 - Tekstslide

3.9 Spelling: Tegenwoordig deelwoord
Als de handeling nog niet voorbij is, dan gebruik je een TEGENWOORDIG DEELWOORD. 

Spellen? Plak een 'd' achter de infinitief!



Bijvoorbeeld : Gierend van de lach kwamen de leerlingen online.
                              De postbode deed fluitend zijn ronde.

Slide 13 - Tekstslide

Twijfel je of het en tegenwoordig deelwoord is?
Vervang het tegenwoordig deelwoord door en bijzin met 'terwijl".



De vriendinnen sloten elkaar huilend in de armen.
Terwijl ze huilden, sloten de de vriendinnen elkaar in de armen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat?
§ 3.9 Spelling: opdrachten 1, 2, 4, 5ab, 6
Hoe?
Online Ta!ent
Hulp?
Boek, klasgenoot, Straver
Resultaat?
Huiswerk
Leerdoel
Voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord spellen
Klaar?
Daltontaak week 5/6
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide