Lijdende zinnen bestaan altijd uit een vorm van het hulpwerkwoord worden of zijn + voltooid deelwoord:
-In de onvoltooide tijd staat altijd worden/werden + voltooid deelwoord
De hond wordt door Jara uitgelaten. (o.t.t.)
De hond werd door Jara uitgelaten. (o.v.t.)
-In de voltooide tijd staat altijd zijn/waren + voltooid deelwoord.
De hond is door Jara uitgelaten. (v.t.t.)
De hond was door Jara uitgelaten. (v.v.t.)