In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Coördinerende en beheertaken in de kinderopvang
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen welke coördinerende en beheertaken een pedagogisch medewerker heeft in de kinderopvang.
Slide 2 - Tekstslide
Begin de les met het uitleggen van de leerdoelen. Zorg ervoor dat de studenten weten wat ze aan het eind van de les moeten kunnen.
Wat weet jij al over de taken van een pedagogisch medewerker in de kinderopvang?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Coördinerende taken
Coördinerende taken omvatten het plannen van activiteiten, het creëren van routines en het zorgen voor de veiligheid van de kinderen.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat coördinerende taken zijn en geef voorbeelden van activiteiten die een pedagogisch medewerker kan plannen.
Beheertaken
Beheertaken omvatten het bijhouden van administratie en het onderhouden van contacten met ouders en andere professionals.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat beheertaken zijn en geef voorbeelden van administratie die een pedagogisch medewerker moet bijhouden.
Regelgeving
Een pedagogisch medewerker moet op de hoogte zijn van de regelgeving en deze kunnen toepassen in de kinderopvang.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit waarom het belangrijk is dat een pedagogisch medewerker op de hoogte is van regelgeving en geef voorbeelden van regels waar ze zich aan moeten houden.
Pedagogisch beleidsplan
Een pedagogisch medewerker moet het pedagogisch beleidsplan van de kinderopvangorganisatie kennen en kunnen toepassen.
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit wat het pedagogisch beleidsplan is en waarom het belangrijk is dat een pedagogisch medewerker dit kent.
Samenwerking
Een pedagogisch medewerker moet kunnen samenwerken met collega's en andere professionals.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit waarom samenwerken belangrijk is in de kinderopvang en geef voorbeelden van professionals waarmee een pedagogisch medewerker moet samenwerken.
Interactievaardigheden
Een pedagogisch medewerker moet goede interactievaardigheden hebben om effectief te kunnen communiceren met kinderen en ouders.
Slide 9 - Tekstslide
Leg uit waarom goede interactievaardigheden belangrijk zijn en geef voorbeelden van hoe een pedagogisch medewerker deze vaardigheden kan ontwikkelen.
Risico's en veiligheid
Een pedagogisch medewerker moet weten hoe ze risico's kunnen identificeren en de veiligheid van kinderen kunnen waarborgen.
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit waarom veiligheid belangrijk is in de kinderopvang en geef voorbeelden van risico's waar een pedagogisch medewerker op moet letten.
Observaties en rapportages
Een pedagogisch medewerker moet observaties kunnen uitvoeren en rapportages kunnen maken om de ontwikkeling van kinderen te volgen.
Slide 11 - Tekstslide
Leg uit waarom het belangrijk is om de ontwikkeling van kinderen te volgen en geef voorbeelden van observaties en rapportages die een pedagogisch medewerker kan maken.
Reflectie en ontwikkeling
Een pedagogisch medewerker moet reflecteren op hun eigen handelen en zich blijven ontwikkelen.
Slide 12 - Tekstslide
Leg uit waarom reflectie en ontwikkeling belangrijk zijn voor een pedagogisch medewerker en geef voorbeelden van manieren waarop ze dit kunnen doen.
Vragen
Heb je vragen over de coördinerende en beheertaken van een pedagogisch medewerker in de kinderopvang?
Slide 13 - Tekstslide
Beantwoord eventuele vragen die de studenten hebben en moedig hen aan om vragen te stellen als ze iets niet begrijpen.
Opdracht
Maak een lijst van coördinerende en beheertaken die een pedagogisch medewerker heeft en leg uit waarom deze taken belangrijk zijn in de kinderopvang.
Slide 14 - Tekstslide
Geef de studenten de opdracht om een lijst te maken van coördinerende en beheertaken en bespreek deze in de volgende les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 15 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 16 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 17 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.