Introductie Hoofdstuk 1: De Stad

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Steden

Leerdoelen

Je kunt verschillen benoemen tussen je eigen omgeving en de stad Utrecht.

Je kunt voor­ en nadelen noemen van het leven in de stad.

Je kunt functies van een stad benoemen.

Waar denk je aan bij de woorden:
"Eigen omgeving"?

Je eigen omgeving

= Het gebied rondom je eigen huis waar je bijna dagelijks komt. 

Je woont in een wijk. Een wijk is een deel van een dorp of stad, die bestaat uit een aantal straten. 

In een wijk staan huizen, maar er kunnen ook andere voorzieningen zijn. 

De inrichting van een wijk

De inrichting van een wijk 

Wat zijn voorzieningen?

1. Activiteiten
2. Woningen
3. Iedereen maakt er gebruik van; school, het parkje, sportclub.
4. Straten

VOORZIENING

Iets waar bewoners van een wijk gebruik van kunnen maken, zoals een winkel, school, bibliotheek, dokterspraktijk, park of speelveldje.

Soorten voorzieningen

Dagelijkse voorzieningen:      Voorzieningen die mensen                                                                               vaak dagelijks gebruiken. 

Gespecialiseerde voorzieningen:  Voorzieningen die mensen                                                                                 maar weinig gebruiken.

  Supermarkt

  School

  Bakker

  Komen op veel plekken voor

  Museum

  Pretpark

  Biosocoop

  Komen op weinig plekken voor

Welke voorzieningen zijn er in jouw wijk?

Wijk en buurt

WIJK: Een deel van een dorp of een stad

BUURT: Deel van een wijk

Zoom in: Utrecht

1. Wat maakt Utrecht anders dan de Utrechtse Heuvelrug?

2. Welke voorzieningen tref je in Utrecht die je niet in de Utrechtse Heuvelrug vindt?

Wat voor gebouwen/ woningen vind je in Utrecht?

Waar woon jij liever? In de stad of op het platteland? Leg je antwoord uit.

Wat voor functies zie je hier op het plaatje van een stad?

Waar moet je allemaal aan denken om een evenement te organiseren als Sail Amsterdam?