BGER Les 4 W2

• Sociaal Werk
• MBO
• Studiejaar 1

Beroepsgericht Sociaal Werk

Ontwikkelt aan aanpak 

Wat gaan we doen?

• Bespreken van programma & lesdoelen
• Beginsituatie  
• SMART doelen 
• Aan de slag in leerteams

Aan welke doelen werken we?

Aan het einde van de les...

• benoem je minimaal 5 kenmerken die in de beginsituatie moeten; 
• benoem je waar de letters SMART voor staan;
• leg je aan de hand van een casus het verband uit tussen deze theorie en de praktijk.

Beginsituatie 

Beginsituatie: is de startpositie van waaruit de groep of het individu vertrekt.

Informatie die nodig is om bij de cliënt aan te sluiten bij de begeleidingsvraag van de cliënt. 

Casus

Casus Mathijs (word-document) uitpinten 

Opdracht 

1. In je leerteam ga je aan de slag
2. Wat herken je uit de theorie (blz. 151) in de beginsituatie van Martijn?
3. Bespreek met elkaar of je als sociaal werker voldoende informatie hebt bij de beginsituatie.
4. Wat mis je aan informatie? 
5. Welke vragen zou je stellen aan Martijn om aan de informatie te komen?

Doelstelling formuleren 

Formuleer: 

• Kort en duidelijk 
• SMART: 

1. S= Specifiek 
2. M= Meetbaar 
3. A= Acceptabel 
4. R= Realistisch 
5. T= Tijdsgebonden 

SMART doelen voorbeelden

• ‘Ik wil elke avond een halfuur eerder naar bed toe’
• ‘Aan het einde van de les benoem ik waar de letters SMART voor staan'
• ‘Ik schrijf elke dag iets op wat ik goed heb gedaan.’

Opdracht SMART doelen opstellen

1. Je gaat zelfstandig aan de slag.
2. Onderstreep/arceer de informatie die wat zegt over de doelen waarmee Martijn aan de slag mee is geweest.
3. Maak minimaal 3 SMART-doelen voor Martijn. Eén  gericht op financiën, één gericht op verslaving en één gericht op sociaal netwerk. 
4. Bespreek in je leerteam de SMART-doelen die er voor Martijn allemaal is opgesteld.  

SMART doelen Martijn:

• Martijn kan in 12 maanden tijd zijn 3000 euro schulden met 50% verminderen.
• Martijn neemt minstens één keer deel aan een sociale activiteit in het buurt huis.
• Martijn wordt binnen 2 weken aangemeld bij een verslavingskliniek. 
• ... 

Werken in leerteams

Hoe kan je de theorie gebruiken bij de leeruitkomsten (school/BPV)?

De S staat voor?

1. Spontaan
2. Specialistisch
3. Specifiek
4. Simpel

Wat is het belang van het begrijpen van de beginsituatie voordat je begint met een project/begeleiding?

1. Het kan je helpen om de doelen en verwachtingen van het project/begeleiding te begrijpen
2. Het kan je helpen om de juiste middelen te kiezen die nodig zijn voor het project/begeleiding
3. Het kan je helpen om te anticiperen op mogelijke problemen of uitdagingen
4. Alle bovenstaande antwoorden zijn correct

De A staat voor?

1. Acceptabel
2. Ambitieus
3. Analytisch
4. Akkoord

Afsluiten en vooruitblikken

• Volgende les: verder aan de slag met W2: 
• Plan van aanpak, begeleidingsplan en ondersteuningsplan 
• 5 fases cyclus proces 
• Meenemen: boek en mapje leeruitkomsten