LESDOEL: Ik kan figuren tekenen en figuren spiegelen in een punt of lijn
Herhaling
Vragen
Uitleg
Aan de slag
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
cirkels
Beschrijving?
Begrippen?
Middelpunt, straal, diameter
Slide 4 - Tekstslide
Vragen?
Slide 5 - Tekstslide
figuren tekenen
0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
Slide 6 - Tekstslide
figuren tekenen
0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1. Teken eerst dat wat je zeker weet
Slide 7 - Tekstslide
figuren tekenen
0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1. Teken eerst dat wat je zeker weet
2. Teken de overige lijnstukken en hoekpunten
Slide 8 - Tekstslide
figuren tekenen
0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1. Teken eerst dat wat je zeker weet
2. Teken de overige lijnstukken en hoekpunten
3. Zet de namen (v.d. hoekpunten), de lengtes (v.d. zijdes) en de grootte (v.d. hoekpunten) erbij
Slide 9 - Tekstslide
figuren tekenen
0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1. Teken eerst dat wat je zeker weet
2. Teken de overige lijnstukken en hoekpunten
3. Zet de namen (v.d. hoekpunten), de lengtes (v.d. zijdes) en de grootte (v.d. hoekpunten) erbij
Voorbeeld: teken ΔABC met AB=5cm, ∠A=60º, ∠B=45º
Slide 10 - Tekstslide
figuren tekenen
0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1. Teken eerst dat wat je zeker weet
2. Teken de overige lijnstukken en hoekpunten
3. Zet de namen (v.d. hoekpunten), de lengtes (v.d. zijdes) en de grootte (v.d. hoekpunten) erbij
Voorbeeld: teken ΔABC met AB=5cm, ∠A=60º, ∠B=45º
Voorbeeld: teken ΔABC met AB=4cm, BC=3cm en ∠A = 40º
Slide 11 - Tekstslide
figuren tekenen
0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1. Teken eerst dat wat je zeker weet
2. Teken de overige lijnstukken en hoekpunten
3. Zet de namen (v.d. hoekpunten), de lengtes (v.d. zijdes) en de grootte (v.d. hoekpunten) erbij
Voorbeeld: teken ΔABC met AB=5cm, ∠A=60º, ∠B=45º
Voorbeeld: teken ΔABC met AB=4cm, BC=3cm en ∠A = 40º
Voorbeeld: opgave 39
Slide 12 - Tekstslide
Spiegelen in een lijn
1. Teken de loodlijnen van elk hoekpunt door de lijn met dezelfde afstand aan beide kanten (en benoem de nieuwe hoekpunten)
Slide 13 - Tekstslide
Spiegelen in een lijn
1. Teken de loodlijnen van elk hoekpunt door de lijn met dezelfde afstand aan beide kanten (en benoem de nieuwe hoekpunten)
2. Verbindt de hoekpunten
Slide 14 - Tekstslide
Spiegelen in een lijn
1. Teken de loodlijnen van elk hoekpunt door de lijn met dezelfde afstand aan beide kanten (en benoem de nieuwe hoekpunten)
2. Verbindt de hoekpunten
Voorbeeld
Slide 15 - Tekstslide
Spiegelen in een punt
1. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (zelfde afstand) door het punt (en benoem de nieuwe hoekpunten)
Slide 16 - Tekstslide
Spiegelen in een punt
1. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (zelfde afstand) door het punt (en benoem de nieuwe hoekpunten)
2. Verbindt de hoekpunten
Slide 17 - Tekstslide
Spiegelen in een punt
1. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (zelfde afstand) door het punt (en benoem de nieuwe hoekpunten)
2. Verbindt de hoekpunten
Voorbeeld
Slide 18 - Tekstslide
Aan de slag
Maak: 37 t/m 49 + rekenen
Klaar? nakijken
Je gaat rustig aan het werk!
Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de uitleg in het boek en/of overleg op fluistertoon met je buurman / buurvrouw vóór je je vinger opsteekt.
Slide 19 - Tekstslide
Lesdoel behaalt?
Ik kan driehoeken en vierhoeken tekenen
Ik kan figuren spiegelen in een punt en in een lijn