20/6 4.5 zakelijk lezen ( = ZELFSTUDIE)

Lezen
4.4  (zelfstudie)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen
4.4  (zelfstudie)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  • kun je benoemen wat kenmerken van examenteksten zijn
  • weet je welke soorten examenvragen er voor het vak Nederlands zijn

    Slide 2 - Tekstslide

     4.4 Leesmanieren

    Examenteksten
    Het eindexamen Nederlands bestaat uit tekstverklaren. Je krijgt een aantal teksten met daarbij vragen over die teksten. Niets nieuws, maar op het examen hangt er wel erg veel van af. In de bovenbouwklassen bereid je je grondig voor op deze examenteksten, maar het kan geen kwaad je nu alvast een aantal zaken te realiseren:
    • Op het eindexamen heb je een beperkte tijd waarin je veel moet doen.
    • Het is dus belangrijk te wennen aan het lezen van lange, moeilijke teksten.
    • Bijna alle examenteksten van de afgelopen jaren zijn bewerkte achtergrondartikelen uit NRC Handelsblad, de Volkskrant, HP/De Tijd en De Groene Amsterdammer. Hoe meer je deze kranten en tijdschriften leest, des te meer je oefent: nuttig en leerzaam dus.
    • Het is aan te raden jezelf voor examenteksten een vaste leesmethode aan te leren die voor jou goed werkt.

    Slide 3 - Tekstslide

    Toetsvragen lezen

    Examenvragen
    Het Centraal Schriftelijk Eindexamen is een bijzondere toets. Er worden grote hoeveelheden kennis getoetst en van de examenkandidaten wordt verwacht dat zij veel vaardigheden bezitten. Er hangt vooral veel af van deze ene toets: je krijgt eigenlijk maar één kans (het aantal herkansingen is beperkt) en een onvoldoende resultaat kan betekenen dat je je examen niet haalt. Dit geldt voor een groot aantal schoolvakken. Daarom is, behalve het niveau van je kennis en vaardigheden, ook je bekendheid met examenvragen van belang. 

    Slide 4 - Tekstslide

    Toetsvragen
    Op het eindexamen Nederlands komen telkens dezelfde soorten vragen terug. Hiermee ga je in de bovenbouwklassen uitgebreid oefenen, maar je maakt er nu alvast kennis mee.
    Bekende soorten examenvragen en -opdrachten zijn:
    1. vraag naar de functie van een alinea
    2. vraag naar de functie van een zin
    3. vraag naar een type redenering of argument
    4. vraag naar schrijfdoel of tekstsoort
    5. vraag naar de hoofdgedachte van de tekst
    6. een tekstgedeelte aanwijzen bij een gegeven kopje
    7. een zin citeren waarin een bepaald inhoudselement genoemd wordt
    8. aangeven welke van een aantal gegeven beweringen juist zijn

    Slide 5 - Tekstslide

    Alinea's herkennen
    Een aantal van dergelijke vragen vind je terug in het volgende fragment uit een eindexamen:

    Na de inleiding is tekst 1 onder te verdelen in drie delen. Deze achtereenvolgende delen kunnen van de volgende kopjes worden voorzien:
    deel 1: De media en het dierensentiment
    deel 2: Verklaring media-aandacht voor het dierensentiment
    deel 3: Eenzijdige benadering van het dierennieuws
    (...)

    2. Bij welke alinea begint deel 2?

    3. Bij welke alinea begint deel 3?

    (...)
    Bron: ‘CE Nederlands havo', (2017). 1e tijdvak 

    Slide 6 - Tekstslide

    Functiewoorden
    Om de functies van alinea’s aan te duiden worden onder andere de volgende functiewoorden gebruikt: constatering, definitie, gevolg, oorzaak, verklaring, voorwaarde en weerlegging.

    10. Welke functie hebben de alinea’s 9, 10 en 11 samen ten opzichte van alinea 8?
    Kies één van bovenstaande functiewoorden.

    (...)


    Bron: ‘CE Nederlands havo', (2017). 1e tijdvak 

    Slide 7 - Tekstslide

    Argumentatiestructuren
    In een tekst kunnen verschillende argumentatieschema’s voorkomen.

    19. Van welk argumentatieschema is in tekst 1 vooral gebruikgemaakt?
    Er is vooral gebruikgemaakt van argumentatie op basis van

    A een oorzaak-gevolgrelatie
    B kenmerk of eigenschap
    C vergelijking
    D voorbeelden

    Bron: ‘CE Nederlands havo', (2017). 1e tijdvak 

    Slide 8 - Tekstslide

    Oefenen met examens
    Om meer examens te zien of ermee te oefenen kun je kijken op examenblad.nl, de officiële website voor examens in het voortgezet onderwijs. Als derdeklasser zou je je eens aan een eindexamen vmbo-tl (of zelfs havo) kunnen wagen.

    Slide 9 - Tekstslide

    Slide 10 - Video

    Slide 11 - Video

    Toets in de toetsweek:


    Zakelijk lezen 4.1 t/m 4.6
    Theorie kennen (= leren) en de theorie kunnen herkennen en toepassen (= oefenen) in teksten.
    + begrijpend lezen = oefenen

    Slide 12 - Tekstslide

    Werk voor de deze les + zelfstudie werk (= huiswerk)

    4.4 les deze les = zelfstandig thuis of tijdens uitval maken + huiswerk
    Deel 1: Keuzetekst 'Stel jij vaak taken uit? Dan ben je waarschijnlijk heel impulsief'
    Deel 2: Examenvragen 
    + nakijken en verbeteren met een andere kleur! --> Mag niet online worden gemaakt!!!



    timer
    10:00

    Slide 13 - Tekstslide

    Leerdoelen
    Aan het einde van deze les:
    • kun je benoemen wat kenmerken van examenteksten zijn
    • weet je welke soorten examenvragen er voor het vak Nederlands zijn

      Slide 14 - Tekstslide

      Ik kan benoemen wat kenmerken van examenteksten zijn
      en weet welke soorten examenvragen er voor het vak Nederlands zijn.
      😒🙁😐🙂😃

      Slide 15 - Poll

      LEERDOELENCHECK BIJ ZELFSTUDIE: Ik kan nieuwe tekstvormen in de krant herkennen
      en kan benoemen welke bronnen een krant gebruikt.
      😒🙁😐🙂😃

      Slide 16 - Poll

      Reflectie:
      Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
      Wat kan nog iets beter?

      Slide 17 - Open vraag

      Feedback
      Wat vond je fijn/goed aan deze les?
      Wat zou je liever anders zien?

      Slide 18 - Open vraag