Poëzie 2 vwo

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Maandag 14 april
Je gaat kennismaken met gedichtvormen, rijmschema's, beeldspraak enz.
Leerdoelen:
• Je leert rijm en beeldspraak toe te passen en uit te werken in de vorm van een poster.
• Je leert rijm en beeldspraak toe te passen en uit te werken over een onderwerp dat je aanspreekt
• Je leert rijm en beeldspraak toe te passen en uit te werken om je mening te versterken



Slide 2 - Tekstslide

Poëzie
Wat leer je allemaal, zowel in de lessonup als in de reader?
- soorten poëzie
- soorten rijm 
- rijmschema's 
- assonantie en alliteratie
- vergelijking 
- metafoor 
- visuele poëzie

Slide 3 - Tekstslide

Wat is poëzie?

Slide 4 - Woordweb

Kenmerken poëzie? 

Poëzie is een taalspel en draait (vaak) om emotie.

Een gedicht kan verschillende betekenissen hebben.
Die betekenissen zie je vaak pas na een paar keer lezen. Of na elke keer lezen zie je weer een andere betekenis.

Dat komt door de manier van schrijven: veel wit, korte zinnetjes (zgn. verzen), woorden met verschillende betekenissen, beeldspraak, illustraties. 


Slide 5 - Tekstslide

Visuele poëzie 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

 Ook dit is poëzie -  Stiftgedicht

Slide 8 - Tekstslide

Stapelgedicht

Slide 9 - Tekstslide

Whatsapp-gedicht 

Slide 10 - Tekstslide

Instapoëzie

Slide 11 - Tekstslide

Andere versvormen 

elfje, haiku, limerick, naamdicht, acrostichon, sonnet
zie blz. 2 - 4

Slide 12 - Tekstslide

Is er een type gedicht waarvan je niet wist dat het bestond? Welke?

Slide 13 - Open vraag

Voorbeeld gedicht

Slide 14 - Tekstslide

Wat vinden jullie van dit gedicht?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Soorten rijm
Eindrijm– klankovereenkomst aan het eind van de regel


Rijmschema's:
Gepaard rijm: AABB
Gekruist rijm: ABAB
Omarmend rijm: ABBA
Gebroken rijm: ABCB





Slide 16 - Tekstslide

Gekruist rijm (abab)
Laatst vroeg ik aan een hommel:
‘Waar gaat gij heen met spoed?'
Ze zei: ‘Ik ga naar Zaltbommel,'
ik dacht: wat rijmt dat goed.

toen riep een tweede hommel:
En ik moet naar het Gooi!'
Ik dacht: wel-voor-de-drommel
ook dát rijmt wederom mooi.

Slide 17 - Tekstslide

Gepaard rijm (aabb)
Sinterklaas kapoentje
Gooi wat in mijn schoentje
Gooi wat in mijn laarsje
Dank u Sinterklaasje

Slide 18 - Tekstslide

Omarmend rijm (abba)
Natuur is voor tevredenen of legen. 
En dan: wat is natuur nog in dit land? 
Een stukje bos, ter grootte van een krant, 
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
Geef mij de grauwe, stedelijke wegen, 
De’ in kaden vastgeklonken waterkant, 
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand 
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.

Slide 19 - Tekstslide

Zelf aan de slag...
Probeer alleen of met z'n tweeën een gedicht te maken met een rijmschema.
Onderwerp: school
Associeer zoveel mogelijk woorden met school (woordweb)
Denk na over een situatie die je kunt beschrijven
Denk na over mogelijke rijmwoorden
Probeer zinnen te vormen met die rijmwoorden
Maak het gedicht

Slide 20 - Tekstslide

Jullie gedichten

Slide 21 - Open vraag

Assonantie & alliteratie
Beklemtoonde klinkers of medeklinkers
Doel: meer samenhang, meer nadruk op leggen

Assonantie = klinkerrijm: Lieg alsjeblieft niet tegen me 
Alliteratie = woorden die beginnen met dezelfde medeklinker
alles van waarde is weerloos (Lucebert)


Slide 22 - Tekstslide

Klankrijm (assonantie): veel woorden in het gedicht hebben dezelfde klank.

Bijvoorbeeld: De ochtend raakt je aan in licht en nauwelijks merkbaar gapen 

In het voorbeeld hierna in het blauw
Rood: assonantie (klankrijm)

Blauw: alliteratie (beginrijm)

Slide 23 - Tekstslide

Wat is ook alweer assonantie?
A
alle klinkers in één zin zijn hetzelfde
B
groepen woorden met dezelfde klanken in één regel of meer regels
C
alle klinkers in het hele gedicht zijn hetzelfde
D
groepen woorden met dezelfde medelklinker in één regel of meer regels

Slide 24 - Quizvraag

Wat is ook alweer alliteratie?
A
behoorlijke irritatie
B
klinkerrijm
C
woorden die met dezelfde medeklinker beginnen
D
eindrijm

Slide 25 - Quizvraag

Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan.
A
assonantie
B
beginrijm
C
alliteratie
D
gebroken rijm

Slide 26 - Quizvraag

Aan de andere kant van het water staat het laatste schaap.
Welke woorden assoneren?
A
Aan, staat, laatste, schaap
B
1. Andere, kant, van. 2. Aan, water, staat, laatste, schaap
C
Andere, van, water

Slide 27 - Quizvraag

Assoneren de volgende woorden?
cadeau, oooh, zozo
A
ja, want de uitspraak klinkt hetzelfde
B
nee, want de klinkers zijn niet gelijk

Slide 28 - Quizvraag

Suske en Wiske
De alliteratie wordt vaak gebruikt in titels
Denk maar aan Suske en Wiske albums. Die titels allitereren bijna altijd: 
                        De bonte bollen
                        Het enge eiland
                        De rebelse Reinaert
Zodra de eerste letter(s) van een woord hetzelfde klinken als de letters van het volgende woord, dan hebben we te maken met een alliteratie. 

Slide 29 - Tekstslide

Bedenk een allitererende titel voor de nieuwe Suske & Wiske

Slide 30 - Woordweb

Beeldspraak
- Figuurlijke betekenis
- Vergelijking met behulp van het woordje 'als':
Haar rode haren wapperen in de wind als een vurige vlammenzee.
- Metafoor: De dichter noemt alleen het beeld voor wat hij bedoelt. Jij, de lezer,  moet zelf uit de context zien te halen waar het naar verwijst.
Een spiegel  is een muur, die terugkijkt.

Bekijk het filmpje van Arjen Lubach (uit 2016) 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Tekstslide

Visuele poëzie
Poëzie voor je ogen 
- lay-out
- bijzonder lettertype 
of -grootte




Slide 34 - Tekstslide

Theorie en opdrachten


-Jullie gaan nu zelf aan de slag met de theorie en maken de opdrachten die daarbij hoort
- Jullie vinden alles op blz. 1 t/m 8

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide