Hoofdstuk 3 cultuur

3.1 cultuur
Welkom in de les


 blz 54 werkboek
  blz 36 lesboek
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.1 cultuur
Welkom in de les


 blz 54 werkboek
  blz 36 lesboek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 cultuur
Cultuur
Je gedraagt je naar de cultuur van de samenleving waarin je opgroeit. Denk bijv aan, land, dorp, straat of vriendengroep.

Cultuur           alle waarden, normen en gewoonten die mensen in een bepaalde groep met elkaar delen.
Gedragsregels           regels die je bij het opgroeien leert. (thuis, school, sport)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3.1 cultuur
Dominante cultuur
Gewoonte           De manier waarop je iets gewend bent te doen.

Dominante cultuur           Alle waarden, noremen en gewoonten die de mensen in een land met elkaar delen.
bijv: op tijd op je afspraak komen.
         de nederlandse taal spreken
         oliebollen eten met oud en nieuw

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 cultuur
basiswaarden
In de Nederlandese dominante cultuur staan drie basiswaarden centraal.
           Vrijheid: Je mag zeggen, denken en doen wat je wilt, als je de wet maar niet overtreedt.
           Gelijkwaardigheid: alle mensen  zijn evenveel waard.
           solidaraiteit: Je houdt rekening  met elkaar.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 cultuur
subcultuur
Binnen de dominante cultuur bestaan ook nog weer kleine subculturen. Ze maken deel uit van de dominante cultuur maar hebben ook hun eigen gewoonten.

subcultuur           cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 cultuur
subcultuur
Subculturen kunnen met van alles te maken hebben:
  • geloof: christen, moslim, ....
  • muziek: rock, hiphop, ......
  • werk: politie, kok, ......
  • politiek: liberalen, socialisten, .....
  • woonplaats: Brabanders, Zwollenaren, ..
  • migratie: Marokkaanse, Surinaams, ....   deze laatse noem je Etnische subculturen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3.1 cultuur
Aangeboren of aangeleerd?
aangeboren           Veel kenmerken van jouw persoon zijn aangeboren. bijv je lengte, ritme gevoel, talent voor sport.

aangeleerd           kenmerken die je mooi en normaal vindt. De cultuur waarin je opgroeid heeft hier invloed op.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



KGT: lees blz 36 + 37 goed door
        maak opdracht 1 t/m 15

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2 Socialisatie
lesboek bladzijdes 38 en 39

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat socialisatie is, hoe dit proces verloopt en er voorbeelden van geven.
  • Je kunt voorbeelden van sociale controle geven en herkennen.
  • Je weet wat internalisatie is.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2 Socialisatie
Waar vindt het plaats? 
  • In het gezin / familie
  • op school
  • bij de sportclub
  • vrienden/vriendinnen
  • geloof
  • media
  • de overheid
Het bewust aanleren van normen, waarden en gewoontes die bij jouw groep of samenleving horen (het leren van cultuur).

Sociaal heeft te maken met hoe mensen met elkaar omgaan.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2 Socialisatie
Informatie: leren door te horen/ zien
Imitatie: leren door te kopiëren/ na te doen
Ervaringen: leren door fouten/ verleden
Experimenteren: leren door te proberen
Hoe socialiseer je?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale controle:
Mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt.

Sancties: dat zijn manieren waarop iemand laat merken of je iets goed of fout gedaan hebt. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Internalisatie & identiteit:
Internalisatie
Aangeleerde normen en waarden zijn vanzelfsprekend gedrag geworden. 
Je denkt er niet meer bij na/ het is normaal


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 
Maken opdracht 1 t/m 14 van 3.2 (blz. 58-61)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 Identiteit
Welkom in de les

lesboek blz 40-41
 werkboek blz 62


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 Identiteit
terugblik
  • aangeboren eigenschappen
  • aangeleerde eigenschappen
  • socialisatie (imitatie/informatie/ervaringen/experimenteren)
  • sociale controle
  • internalisatie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 Identiteit
doelen
  • Je kunt de begrippen identiteit en identificatie uitleggen.
  • Je kunt uitleggen wat een groepsgevoel is.
  • Je kunt voorbeelden geven van groepen waarmee jij je identificeert.
  • Je kunt uitleggen wat groepsnormen en groepsdruk zijn. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 Identiteit
Wat je tijdens je socialisatie aanleert, bepaalt voor een groot deel wie je bent. Je ontwikkelt zo je eigen identiteit.

Identiteit             Je persoonlijkheid, alle kenmerken en ervaringen die bij jou horen.
Identificatie              Bepaalde kenmerken van jezelf, herkennen bij een ander.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 Identiteit
groepsgevoel
Jongeren horen vaak bij 1 of meer groepen. 
Groepsgevoel of groepsidentificatie
            je voelt je verbonden met een groep mensen. Door bijv:
  • plaats waar je vandaan komt.
  • geloof
  • hobby
  • belangen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3.3 Identiteit
groepsnormen
Elke groep heeft groepsnormen
             ongeschreven regels die bij een bepaalde groep horen.

Soms hebben groepsnormen zoveel invloed, dat er groepsdruk ontstaat.
Groepsdruk              Het gevoel dat je, je moet aanpassen aan de gewoonte van een groep.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 Identiteit
verschillen
Jongeren hebben soms andere waarden    en normen dan hun ouders.

Dit zorgt vaak voor ruzies en en meningsverschillen. We spreken dan            over een              generatieconflict.


Waar heb jij regelmatig conflicten over?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

)

KGT: lees blz 40 & 41 goed door.
Maak opdracht 1 t/m 16 op blz. 62-65

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.4 Wat is normaal?
Welkom in de les

lesboek blz 44
 werkboek blz 66

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.4 Wat is normaal?
terugblik/herhaling
  • cultuur/dominant/subcultuur
  • aangeboren/aangeleerd
  • socialisatie(bewust aanleren)
  • 4 manieren: imitaite/informatie/ervaringen/experimenteren
  • identiteit
  • groepsgevoel/groepsdruk/groepsnormen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.4 Wat is normaal?
doelen
  • Je kunt uitleggen wat                                         rolpatronen zijn.
  • Je kunt de begrippen gendernormen en genderneutraal uitleggen
KGT
  • Je kunt uitleggen dat normen gebonden zijn aan tijd/plaats/groe 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.4 Wat is normaal?
cultuur verandert
Wat voor de een normaal is, hoeft voor de ander niet normaal te zijn.
- blowen?
- bellen in een volle treincoupe?

Cultuur is:
- plaatsgebonden
- tijdgebonden
- groepsgebonden

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.4 Wat is normaal?
rolpatonen
rolpatroon          Hoe iemand zich volgens een aander hoort te gedragen.

bijv:
- serveester moet vriendelijk zijn
- docent geeft het goede voorbeeld
- sollicitatiebrief is formeel
- appjes naar vrienden is anders als een appje naar je ouders.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3.4 Wat is normaal?
rolpatonen
Wanneer bijvoorbeeld de vrouw met gereedschap in de weer is en de vrouw met de was bezig dan spreek je over                     rolbevestigend  gedrag.        
Dit zie je vaak terug in reclames

          roldoorbrekend gedrag,         
gedrag wat niet past bij de  verwachtingen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3.4 Wat is normaal?
normen veranderen
Doordat rollen doorbroken worden, veranderen normen. Het verschil tussen typische jongens en meisjes dingen verkleinen.
Genderneutraal          als er geen onderscheid gemaakt wordt tussen mannen en vrouwen.
seksuele moraal          De manier waarover seks wordt gedacht veranderd.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.4 Wat is normaal?
grenzen aan gedrag
De basiswaarde vrijheid betekent dat er weer ruimte is voor verschillen maar er zitten wel grenzen aan

Asociaal gedrag         
Als je geen rekening houdt met anderen.
- voordringen bij de kassa
- slopen van bushokjes

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies



lees blz 44 en 45 goed door!
maak opdracht 1 t/m 10 op blz. 66-68

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Hoeft niet helemaal afgekeken worden, gaat over narcistisch en onaangepast asociaal gedrag met een lach.