P4 L1 Het Brein

Keuzedelen
Periode 04
Leren Leren (Hoe kan student beter studeren?)

Les 01
Het Brein

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WerknemersvaardighedenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Keuzedelen
Periode 04
Leren Leren (Hoe kan student beter studeren?)

Les 01
Het Brein

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken om het leuk en leerzaam te houden

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij nog van de vorige periode?

Slide 3 - Woordweb

Vorige periode




Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel

Student kan voorbeelden noemen van de taken van de hersenen/het brein

Student kan vertellen hoe hersencellen verbinding maken

Slide 5 - Tekstslide

Kan je een taal makkelijker leren met behulp van muziek?
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Video

Wie zijn onderstaande personen?
MocroManiac
Andre Hazes
Los del Rio - Macarena

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Het Brein/De Hersenen

Het brein is maar een klein stukje van je lichaam, maar speelt een rol bij alles wat je doet

Het brein bestaat uit allemaal verbindingen

Als je ongetraind een marathon loopt (ruim 42km), dan zal je geen toptijd halen en het ook niet leuk vinden (als je het al haalt...)

Maar als je goed traint, loop je steeds sneller en wordt het hardlopen een stuk leuker.

Met studeren werkt dit net zo, door je brein te trainen of vaker te gebruiken wordt leren gemakkelijker en leuker.

Slide 10 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk taken op die je brein/hersenen uitvoeren

Slide 11 - Woordweb

Wat doet je brein?
Je brein is betrokken bij bijna alles wat je doet.

Fietsen, gamen, tandenpoetsen, muziek luisteren, studeren, televisie kijken, TikTok enzovoort.

Het is het belangrijkste orgaan in lichaam en het is goed om er iets over te weten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Samen oefenen
Video op volgende pagina

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Woordenboek
Brein/hersenen
Begaafdheid, begrip, benul, bevattingsvermogen, bovenkamer,  denkvermogen, geest, intellect, intelligentie, inzicht, psyche, rede, verstand en  wijsheid



Slide 16 - Tekstslide

Ook heel goed voor je brein.. Relax

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Als je nieuwe dingen leert..
maken je hersenen verbinding met andere hersencellen. Als je die verbinding vaker gebruikt wordt hij steeds sterker.
Dat verklaart waarom als je iets voor het eerst doet het moeilijk is, maar als je het vaker doet wordt het steeds makkelijker. Denk aan praten, lopen en fietsen
Door te oefenen en te herhalen krijg je meer en sterkere verbindingen in je hersenen.

Dit proces van oefenen en herhalen noem je 'leren'

Slide 20 - Tekstslide

Een snelweg is eigenlijk een verbinding die heel veel gebruikt wordt in je hersenen
Een landweggetje is een verbinding die niet veel gebruikt wordt

Slide 21 - Tekstslide

Waarom kan leren lastig/moeilijk zijn?
Op school heb je veel vaardigheden nodig, lezen, luisteren, schrijven, concentratie en doorzettingsvermogen. Bij al deze zaken zijn meerdere hersengebieden betrokken.
Die samenwerking tussen de hersengebieden gaat niet vanzelf, dat kost moeite.

Maar als jij weet hoe je die samenwerking kan versterken dan kan je een grote winst halen!

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Als je iets meemaakt...
Dan krijgt je brein informatie van je zintuigen (ogen/oren/neus/mond/huid)

Als je naar het strand gaat dan zie je de duinen, je ruikt de zee, je voelt het zand onder je voeten, en je hoort de golven. 
Deze herinnering aan het strand wordt op verschillende plekken in je brein opgeslagen. Als je nu alleen maar het geluid van de golven hoort dan maken de verbindingen in je hersenen contact zand (voelen), zee (ruiken) en misschien de duinen (zien)

Slide 24 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij de kleur rood?

Slide 25 - Woordweb

Waar denk je aan bij het woord 'uitgaan'?

Slide 26 - Woordweb

Waar denk je aan bij het woord 'studeren'?

Slide 27 - Woordweb

Maak opdracht 5 en 6 op je antwoordenblad

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

?????
Vncnt Tmns
Kzdln
Ws ht n lk ls f vnd j ht nt lk?
Wt stt hr gschrvn?
Kpsln?
Dt s ht nd vn d ls tt vlgnd wk

Slide 30 - Tekstslide

Wat ging er goed en wat kan er beter?

Slide 31 - Woordweb

Les is afgelopen

Slide 32 - Tekstslide