Oefenen met verhaalanalyse
6a Worden de personages (ik-figuur, dochter en ex van de ik) impliciet of expliciet gekarakteriseerd? (1 p) T1
Impliciet. Er wordt niet expliciet verteld hoe ze zijn of hoe ze eruit zien. Wel kun je opmaken dat het hoofdpersonage al oud is, o.a. door de wandelstok in regel 3 en bijvoorbeeld het feit dat ze bang is voor misdadigers die ‘oude vrouwtjes’ beroven.
b In welke mate zijn deze drie personages flat of round gekarakteriseerd? (1 p) T1
Het zijn alle drie flat characters: ze maken in dit verhaal geen ontwikkeling door of krijgen een nieuw inzicht.
c Hoe betrouwbaar is de karakterisering van deze drie personages? Licht toe. (2 p) T2
De karakterisering is onbetrouwbaar (1 p) omdat er sprake is van een belevend ik-perspectief / subjectief perspectief (1 p).