Feedback oefenbetoog

De komma
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De komma

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom komma's belangrijk zijn:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je de komma?

1 Zet een komma tussen twee werkwoorden van verschillende zinnen.

2 Gebruik een komma tussen bijvoeglijke naamwoorden die je kunt omruilen.

3 Zet een komma tussen delen van een opsomming (NIET voor en of of)

4 Zet een komma voor een voegwoord/verbindingswoord/signaalwoord als want, maar, omdat etc.

5 Zet een komma na een naam, aanhef of uitroep aan het begin of einde van een zin.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een komma voor een voegwoord
In deze zin gebruik je ook een komma, want er staat een voegwoord in deze zin.

Andere voegwoorden waar je een komma voor zet zijn: 
maar - omdat - daardoor - waardoor - dat - dus - terwijl - zodat - totdat - nadat - etc.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Komma voor een voegwoord
Je schrijft bijna altijd een komma (,) voor een voegwoord.
Dit komt omdat je twee zinnen aan elkaar voegt.

Voor de voegwoorden ’en’ en ’of’ zet je eigenlijk nooit een komma. Een voegwoord kan ook vooraan de zin staan.

Omdat ze te laat was, moest ze nablijven. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt de komma?
A
Ik wil graag leren maar, ik heb geen tijd.
B
Ik wil graag leren maar ik, heb geen tijd.
C
Ik wil graag leren, maar ik heb geen tijd.
D
Ik wil graag leren maar ik heb geen tijd.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaat er mis in de volgende zin: 
 "Ten eerste mobieltjes zorgen voor afleiding."

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inversie
Er is sprake van inversie als in een zin het onderwerp achter de persoonsvorm staat: Volgende week gaan (pv) wij (o) op vakantie. 

Je moet inversie gebruiken als:
- de zin met een zinsdeel begint dat geen onderwerp is (Ten eerste, daarnaast, ook...)
- de zin een vraagzin is
- de zin met een bijzin begint (samengestelde zin)

                                          

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juist is dus:
Ten eerste zorgen mobieltjes voor afleiding.

Na een dubbele punt volgt géén inversie. Dus je zou ook kunnen zeggen:
Ten eerste: Mobieltjes zorgen voor afleiding.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaat er mis in de volgende zin: "Ten derde Nederland zit al in een niet-natuurlijke tijdzone."

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout...

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 13 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Wat is plagiaat?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plagiaat

Het zich toe-eigenen van het geestelijk werk van anderen en het als eigen werk openbaar maken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je plagiaat voorkomen? 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Je voorkomt plagiaat door altijd naar je bron te verwijzen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Een citaat is het letterlijk overnemen van iemands anders tekst. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een citaat en een parafrase? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Citeren verschilt van parafraseren doordat bij deze laatste vorm in eigen woorden ideeën van anderen weergegeven worden. Het idee blijft dan wel gehandhaafd, maar anders dan bij citeren is de vorm anders.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op:
Schrijf je tekst in eigen woorden. 
Neem dus geen tekst letterlijk over uit de artikelen. 
Citeren mag wel (met mate).

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 25 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


Wanneer gebruik je een komma?
Als je een korte pauze hoort in een zin.
Mieke, het zusje van Gaby, gaat volgende week voor het eerst naar school.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussen de delen van een opsomming in een zin. Als er tussen de laatste twee delen een voegwoord staat (en of of), schrijf je geen komma.

Wil je koffie, thee of iets anders?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussen twee persoonsvormen in een zin die niet bij elkaar horen.

Als het goed is, komt Lindsey zo.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als iemand met zijn naam wordt aangesproken. Na de naam komt dan een komma.

Jeroen, kom je zo?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussen een hoofdzin en een bijzin.

Ik sta morgen vroeg op, als ik goed slaap.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies