7.2 Zuren en zure oplossingen

H7 Zuren en basen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H7 Zuren en basen

Slide 1 - Tekstslide

Jaël gaat de pH van een monster bepalen. Na toevoeging van de indicator thymolblauw kleurt het eerste monster geel. Aan het tweede monster voegt Jaël de indicator methyloranje toe, waarna het monster rood kleurt.
- Beredeneer met behulp van de tabel hiernaast tussen welke twee waarden de pH van de oplossing ligt.

Slide 2 - Open vraag

Planning
  • Vragen over voorkennis of 7.1?
  •  Practicum 3 t/m 5
  • Sterke en zwakke zuren rv en notatie
  • Bindingen tekenen
  • Aan de slag!
  • Kan je een lichaam oplossen in zuur? 

Slide 3 - Tekstslide

Demoproeven 4 & 5!

Slide 4 - Tekstslide

Lees uit 7.2 Zuren en zure oplossingen 
Wat lees je erover? 
Klaar? Lees ook zwakke en sterke zuren. 

Slide 5 - Tekstslide

Oxoniumion
  • Zuren zijn stoffen die in oplossing een H+ afgeven in water
  • Het reactieve H+ reageert met H2O tot H3O+, het oxoniumion

Slide 6 - Tekstslide

Zuren
  • Toepassing: oa schoonmaken en smaakmaker
  • Molecuul of ion dat H+ ion af kan staan aan base
  • Zure oplossing bevat H3O+ ionen (oxoniumion). 
  •  

Binas 49
Carbonzuren

Slide 7 - Tekstslide

Sterke en zwakke zuren
  • Binas 49 geeft een overzicht van bekende zuren en basen.
  • Onder te verdelen in: sterk, zwak en zeer zwak, zie volgende slide.
  • Hoe sterker een zuur, hoe makkelijker het H+ ion kan worden afgesplitst.
  • Bij gelijke molariteit, heeft een sterk zuur een lagere pH, een hogere geleidbaarheid en zal hij sterker reageren dan een zwak zuur (meer H+ in oplossing).

Slide 8 - Tekstslide

sterke zuren 

Slide 9 - Tekstslide

Is salpeterzuur een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49 en 66B.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base

Slide 10 - Quizvraag

Is het azijnzuur een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base

Slide 11 - Quizvraag

Zoutzuur 

reactievergelijking: 

HCl (g) + H2O --> H3O+(aq) + Cl-(aq)

notatie zoutzuur: H+(aq) + Cl-(aq)


Als je een sterk zuur hebt,  splitst deze volledig in zijn ionen. Dit is niet het geval bij zwakke zuren. Deze splitsen gedeeltelijk. 


Slide 12 - Tekstslide

zwak - sterk zuur 

Slide 13 - Tekstslide

Notatie sterk zuur.
Bij een sterk zuur is er volledige ionisatie.
Waterstofchloride opgelost in water heeft de volgende notatie:

H+ (aq)  +   Cl- (aq)

Slide 14 - Tekstslide

Notatie zwak zuur
Bij een zwak zuur is de ionisatie niet volledig de notatie van een azijnzuur oplossing in water is:

CH3 COOH (aq)

Kijk eens naar de stappen op pag 170 van oplossen en ioniseren/ Wat valt op? 

Slide 15 - Tekstslide

Waar over nadenken bij notatie
1) Schrijf de formule van het zuur op.
2) Ga na of het een sterk of een zwak zuur is. 
3) Geef de notatie van de oplossing. 

Slide 16 - Tekstslide

Zwavelzuur H2SO4
Sterk zuur! Twee stappen
Stap 1: H2SO4 (l) + H2O (l) --> H3O+ (aq) + HSO4- (aq)
Stap 2: HSO4- (aq) + H2O (l) <--> H3O+ (aq) + SO42- (aq)

Is HSO4- ook sterk? 

Slide 17 - Tekstslide

Teken de vier processen in een tekening met jullie tweetal/drietal. 
Bindingen in beeld
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag

H: 19, 20
B: 14 t/m 18, 21, 23 t/m 25
V: 22 en 26
 


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide