Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
TA5 thema 6 les 19 bijvoeglijk naamwoord
doel:
Ik leer wat een bijvoeglijk naamwoord is.
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 5
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
doel:
Ik leer wat een bijvoeglijk naamwoord is.
Slide 1 - Tekstslide
Even herhalen
Welke lidwoorden zijn er ook alweer?
Lidwoorden
—>
de, het, een
En wat is een zelfstandig naamwoord?
zelfstandig naamwoord
—>
mens, dier, ding
Slide 2 - Tekstslide
Voorbeeldzin
“
De
grote
hond
loopt naar
het
park
met
het
stoere
jongetje
.
”
lidwoorden
—> de, het,
zelfstandig naamwoord
—> hond, park, jongetje
Slide 3 - Tekstslide
Het
bijvoeglijk
naamwoord
Welk
bijvoeglijk
naamwoord past in de zin?
Ik heb een .............. trui aan.
Ik heb een .......... broek aan.
Ik heb............... sokken aan.
Slide 4 - Tekstslide
Het
bijvoeglijk
naamwoord
Hieronder een paar voorbeelden.
Ik heb een
warme
trui aan.
Ik heb een
korte
broek aan.
Ik heb
rode
sokken aan.
Slide 5 - Tekstslide
Het
bijvoeglijk
naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
Slide 6 - Tekstslide
Zijn jullie er klaar voor?!
Slide 7 - Tekstslide
Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord geeft aan van
welke stof/ welk materiaal
het
zelfstandig naamwoord
is gemaakt.
Het
gouden
horloge
De
houten
tafel
Slide 8 - Tekstslide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin?
Die gezellige groep 5 oefent tijdens de taalles.
A
gezellige
B
groep 5
C
tijdens
D
taalles
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin?
“De vrolijke mevrouw kijkt naar de sjaaltjes.
A
vrolijke
B
mevrouw
C
kijkt
D
sjaaltjes
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin?
“ Ik houd van zachte, wollen kleding.”
A
houd
B
zachte
C
wollen
D
kleding
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
“De grote, groene bakfiets zit vol met houten stokken.”
A
grote
B
groene
C
houten
D
stokken
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin?
“In de zomer ga ik op een lange vakantie.”
A
zomer
B
lange
C
vakantie
D
een
Slide 13 - Quizvraag
De............trui
Slide 14 - Woordweb
een............hond
Slide 15 - Woordweb
GOED GEOEFEND!!!!
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
TA thema 6 les 7 bijvoeglijk naamwoord
Maart 2021
- Les met
14 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
1-4 taal thema 6 les 7
Februari 2021
- Les met
14 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Taal: bijvoeglijk naamwoord
Maart 2018
- Les met
16 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Woordsoorten - M/H 1 - 5 april
Oktober 2022
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten - les 1
Februari 2024
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord les 6
Oktober 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Bijvoegelijk naamwoord
December 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Bijvoeglijke naamwoorden
November 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Basisschool