Formuleren - Foutieve samentrekking

Formuleren - Foutieve samentrekking
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Formuleren - Foutieve samentrekking

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Herhaling formuleerfouten tot nu toe
- Uitleg foutieve samentrekking
- Quiz
- Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Om welke dubbelop gaat het in deze zin?

De oorzaak van het ongeluk
is te wijten aan slecht onderhoud.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
Tautologie

Slide 3 - Quizvraag

Om welke dubbelop gaat het in deze zin?
Ik loop niet graag in de natte regen.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie
D
dubbele ontkenning

Slide 4 - Quizvraag

Is het verwijswoord goed of fout gebruikt?
Sofie is het meisje waarop ik verliefd ben.
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quizvraag


Daar staan veel meisjes. Zij staan te wachten op de aankomst van de boyband.

Is het onderstreepte verwijswoord goed of fout?

A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag


Omdat hij verwachtte zijn zakmes nodig te hebben, had hij het meegenomen tijdens de excursie.

Is het onderstreepte verwijswoord goed of fout?

A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag


Victor knipoogde naar het meisje wat hij zo grappig vond.

Is het onderstreepte verwijswoord goed of fout?

A
goed
B
fout

Slide 8 - Quizvraag

Incongruentie is...
A
ond en pv die in getal niet overeenkomen
B
een verwijsfout
C
een dubbelopfout
D
ond en pv die in getal overeenkomen

Slide 9 - Quizvraag

Congruentie of Incongruentie?
De medewerkers is gevraagd om 15.00 uur aanwezig te zijn in de grote hal.
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 10 - Quizvraag

Congruentie of Incongruentie?
De juistheid van de cijfers werden in twijfel getrokken door de accountant.
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 11 - Quizvraag

Congruentie of incongruentie:
De media besteedt veel aandacht aan de formatie van het kabinet.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 12 - Quizvraag

Incongruentie of Dat/als-constructie?
Mijn moeder snapt niet dat wanneer zij aardappelen met spruiten kookt, ik ervoor kies om bij mijn vriend te eten.
A
incongruentie
B
dat/als-constructie

Slide 13 - Quizvraag

Herschrijf de Dat/als-constructie:
Mijn moeder snapt niet dat wanneer zij aardappelen met spruiten kookt, ik ervoor kies om bij mijn vriend te eten.

Slide 14 - Open vraag

Samentrekking
Als in een zin bepaalde woorden herhaald worden, mag je die woorden in sommige gevallen een van beide keren weglaten. Dat noemen we een samentrekking.

Bij woorddelen:
voor- en naschoolse opvang in plaats van voorschoolse en naschoolse opvang.

Bij woorden: rode en blauwe broeken in plaats van rode broeken en blauwe broeken.

Bij zinsdelen: Meneer Van Roy geeft Engels en mevrouw Hurkmans Nederlands in plaats van Meneer Van Roy geeft Engels en mevrouw Hurkmans geeft Nederlands.


Slide 15 - Tekstslide

Voorwaarden
Je kunt ook twee zinnen samenvoegen met "en" of "maar. Delen die hetzelfde zijn mag je dan in de tweede zin weglaten als aan vier voorwaarden is voldaan. 

1. De betekenis van de weggelaten woorden is hetzelfde.
2. De vorm (bijvoorbeeld enkelvoud/meervoud) is hetzelfde.
3. De grammaticale functie (onderwerp, lijdend voorwerp, ...) is hetzelfde.
4. De plaats ten opzichte van de persoonsvorm is hetzelfde. 

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld
Zin 1: De directeur vierde gisteren zijn verjaardag.
Zin 2: De directeur trakteerde alle kinderen op wat lekkers.

Zin 3: De directeur vierde gisteren zijn verjaardag en ( ... ) trakteerde alle kinderen op wat lekkers.

In zin 1 en 2 gaat het om dezelfde directeur (betekenis), de directeur is beide keren enkelvoud (vorm), de directeur is in beide zinnen het onderwerp (vorm) en de directeur staat in beide zinnen voor de persoonsvorm (plaats), dus "de directeur" mag in de tweede zin weggelaten worden.

Slide 17 - Tekstslide

Foutieve samentrekking 
Een samentrekking is foutief, wanneer aan één van de vier genoemde voorwaarden niet voldaan wordt. Dit kan dus in verschil zijn in betekenis, vorm, grammaticale functie en/of plaats ten opzichte van de persoonsvorm. 

Op de volgende dia's bekijken we de foutieve samentrekkingen.

Slide 18 - Tekstslide

Verschil in betekenis
* Ik gaf Jan de telefoon en Piet een pak slaag.

Voor "ik" geldt dat de betekenis, vorm, functie en plaats in deel 1 en 2 hetzelfde zijn en dus mag worden weggelaten. Voor gaf geldt dit niet. "Gaf" betekent in de eerste zin "overhandigen" en in de tweede zin "een klap geven". Vanwege het betekenisverschil mag je "gaf" hier niet weglaten.


Slide 19 - Tekstslide

Verschil in vorm 
* De oude trekker werd gesloopt en de karren naar de stort gebracht.

In het eerste deel is de persoonsvorm "werd" enkelvoud, maar bij het onderwerp in het tweede deel (de karren) hoort een meervoudige persoonsvorm "werden". Deze samentrekking is dus niet juist. 

Slide 20 - Tekstslide

Verschil in grammaticale functie
* De docent nam afscheid en werd een prachtig cadeau aangeboden.

In de eerste zin is "de docent" het onderwerp van de zin en in de tweede zin is "de docent" het meewerkend voorwerp. De grammaticale functie is dus niet gelijk en dus is de samentrekking fout.

Slide 21 - Tekstslide

Verschil in plaats ten opzichte van de persoonsvorm
* Volgende week willen we je een rondleiding geven en hopen dat je komt.

De eerste zin begint niet met het onderwerp, maar met een bijwoordelijke bepaling. Het onderwerp komt om die reden na de persoonsvorm (willen we). Na het voegwoord "en" begint de nieuwe zin met het onderwerp ( ... en we hopen dat je komt). Deze samentrekking is dus ook foutief.

Slide 22 - Tekstslide

Foutieve samentrekking?

De clown trok zijn kleren uit en zich niets van zijn publiek aan.
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Foutieve samentrekking?

Streekromans interesseren me niet en lees ik dus niet.
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Foutieve samentrekking?
Zij wordt geaccepteerd en arts.
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Foutieve samentrekking?
Hij heeft een diploma en heeft daar hard voor gewerkt.
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quizvraag

In welke zin is sprake van een foutieve samentrekking?
A
Deze man is depressief, omdat zij door herinneringen uit het verleden wordt gekweld.
B
Het beste dat je kunt doen met die lelijke wond is naar de dokter gaan.
C
De nieuwe leden werden gevraagd de contributie steeds voor het einde van de maand te betalen.
D
Tijdens het gala werd Peter tot beste coach en Marijke en Petra tot meest sportieve speelsters uitgeroepen.

Slide 27 - Quizvraag