In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
https:
Slide 2 - Link
Van hoeveel verschillende allelen maakt Hardy-Weinberg gebruik?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 3 - Quizvraag
Als blijkt dat uit de berekening de frequenties van generatie op generatie gelijk blijven dan spreken wij van:
A
Evolutietheorie
B
Hardy Weinberg evenwicht
C
allelfrequentie
D
meiose
Slide 4 - Quizvraag
Wat bereken je met de formule p+q=1?
A
De allelfrequenties
B
De genotypefrequenties?
Slide 5 - Quizvraag
Wat bereken je met de formule p2+2pq + q2=1
A
De allelfrequenties
B
De genotypefrequenties
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer we de genotypefrequentie weergeven van de heterozygoten berekenen gebruiken we bij Hardy-Weinberg de berekening ...
A
p^2
B
q^2
C
pq^2
D
2pq
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de vergelijking van het Hardy Weinberg evenwicht, waarmee je allelfrequenties kunt uitrekenen?
A
p + q = 1
B
p2 + 2pq + q2 = 1
C
AA, Aa, aa = constant
D
A + a = 1
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Bij schapen komt een witte vacht tot stand onder invloed van het dominante allel H en een zwarte vacht door het recessieve allel h. In een kudde schapen hebben er 891 een witte en 9 een zwarte vacht.
Op deze populatie is de regel van Hardy-Weinberg van toepassing.
Bereken de frequentie van het allel H.
A
0,01
B
0,99
C
0,1
D
0,9
Slide 11 - Quizvraag
Een populatie is in Hardy Weinberg evenwicht voor 2 niet gekoppelde genen A en B. Wat is de frequentie van het genotype AaBB wanneer de frequentie van het recessieve allel a 0.60 is en de frequentie van het recessieve allel b 0.20 is?
A
0,4 x 0,8 = 0,32
B
2x(0,4x0,6) x (0,8x0,8) = 0,3072
C
2x(0,4x0,6) + (0,8x0,8) = 1,12
D
2x(0,4x0,6) x (0,2x0,2) = 0,0192
Slide 12 - Quizvraag
Soortvorming komt tot stand door ...
A
Isolatie, mutaties en
natuurlijke selectie
B
Isolatie, natuurlijke selectie en
verschillen in de omstandigheden
C
Isolatie, verschillen in de omstandigheden, mutaties en natuurlijke selectie
D
Isolatie, mutaties en
verschillen in de omstandigheden
Slide 13 - Quizvraag
Door het meanderen van een rivier in het tropisch regenwoud raken enkele tientallen vierkante kilometers woud geïsoleerd van de rest. In de daar levende kleine groep van een bepaalde apensoort blijken een aantal jaren later heel andere allelfrequenties voor te komen dan bij de grote groep verderop. – Wat is de oorzaak daarvan? – Welke naam wordt gebruikt voor dit verschijnsel?
A
Geen toeval, Natuurlijke selectie
B
Geen toeval, Genetic drift
C
Toeval, Natuurlijke selectie
D
Toeval, Genetic drift
Slide 14 - Quizvraag
Soortvorming komt tot stand door ...
A
Isolatie, mutaties en
natuurlijke selectie
B
Isolatie, natuurlijke selectie en
verschillen in de omstandigheden
C
Isolatie, verschillen in de omstandigheden, mutaties en natuurlijke selectie
D
Isolatie, mutaties en
verschillen in de omstandigheden