HV2 Spelling blok 3 en 4 les 2

Spelling blok 3 & 4
We starten met stil lezen.

Pak je meteen je leesboek? 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling blok 3 & 4
We starten met stil lezen.

Pak je meteen je leesboek? 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:


Ik  snap hoe de meervouds-n bij verwijzingen werkt. Ik weet hoe het werkt met tussenletters in samenstellingen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hamerhaaien en Afrikaanse olifanten zijn ernstig bedreigd, maar de ......... worden steeds beter beschermd.

Slide 4 - Open vraag

De meeste familieleden waren al naar huis, maar ..... bleven langer hangen.

Slide 5 - Open vraag

De herder lette tijdens zijn dienst even niet op zijn schapen. Toen grepen ..... de kans om af te dwalen.

Slide 6 - Open vraag

Terwijl ..... nog aan het zwoegen waren, hadden .... hun toets al ingeleverd.

Slide 7 - Open vraag

Hoewel gezegd was dat het droog zou blijven, hadden .... bezoekers voor de zekerheid een paraplu meegenomen.

Slide 8 - Open vraag

Ondanks onze slechte start zijn wij als ..... over de finish

Slide 9 - Open vraag

Van heel de wereld zijn Nederlanders gemiddeld de ....

Slide 10 - Open vraag

Wij zijn de ..... die nog geen kaartje voor het feest hebben.

Slide 11 - Open vraag


Slide 12 - Open vraag

Hoe heb jij opdracht 5 opgelost?
1. welke schrijfwijze
2. herschrijf de zin
3. welk advies vond je online?

Slide 13 - Open vraag

Tussenletter in samenstelling:

Slide 14 - Tekstslide

schrijf: -en of -n
Als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud heeft op -n of -en:

bal + jongen = ballenjongen
roos + struik = rozenstruik
getuige + verklaring = getuigenverklaring

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf geen -n als:
Het eerste deel van de samenstelling heeft/is:

-geen meervoud (tarwebrood + ereplaats)
-alleen een meervoud op -s (garagehouder/ horlogebandje)
-een meervoud op een -s en op een -n (groentesoep)
-een werkwoord of versterkend woord (apetrots/ kwijlebal)
-een uniek persoon of zaak (zonnebril/ koninginnedag)
of
Als het woord niet meer herkenbaar is als een samenstelling. Soms lijkt een woord een samenstelling maar is het dat nooit geweest. (schattebout/ spillebeen)

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf -s als:
Je die klank hoort (dorpskern/reddingsboot)

Als het tweede woorddeel begint met een sisklank, kun je de klank niet horen. Vervang het tweede woorddeel zodat je hoort of je een tussen-s moet schrijven (dorpsstraat/reddingsschip). 

Slide 17 - Tekstslide

Maak opdracht 3 & 4
Klaar? Had je jouw Nieuw Nederlands blad al af?

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoel:
Ik snap hoe de meervouds-n bij verwijzingen werkt. Ik weet hoe het werkt met tussenletters in samenstellingen.

Slide 19 - Tekstslide

Ik heb het lesdoel gehaald en kan hier nu zelf mee verder:
A
Ja, ik kan nu zelf aan het werk.
B
Nee, ik wil graag nog extra uitleg.

Slide 20 - Quizvraag

Huiswerk
Opdracht 4 (blz. 177)

Slide 21 - Tekstslide