...als het eerste deel van de samenstelling geen meervoud heeft (roggebrood, ereplaats, rijstepap)
...als het eerste deel van de samenstelling alleen een meervoud op -s heeft (aspergebed, etagewoning, horlogemaker, garagebox)
..als het eerste deel van de samenstelling een meervoud op-s én -n heeft ( lindebloesem, aktetas, groentesoep)
Slide 12 - Tekstslide
Je schrijft geen -n... (2)
...als het eerste deel van de samenstelling geen zelfstandig naamwoord is (huilebalk, rodekool, drinkeboer)
...als het eerste deel van de samenstelling de betekenis van het tweede deel versterkt (apetrots, reuzeleuk, retegoed, beresterk)
...als het eerste deel van de samenstelling een unieke persoon of zaak is (zonnebank, Koninginnedag, maneschijn, hellevuur)
...als het woord niet (meer) herkenbaar is als een samenstelling. Soms lijkt een woord een samenstelling, maar is het dat nooit geweest
(schattebout, spillebeen)
Slide 13 - Tekstslide
Je schrijft -s...
...als je die klank hoort.
Als het tweede woorddeel begint met een sisklank, kun je de klank niet horen. Trucje: vervang het tweede woorddeel door een ander woord, zodat je hoort of je een tussen-s moet schrijven.
dorpsfeest, reddingsboot, dus ook: dorpsstraat, reddingsschip