B1B 12-5 Lijdend voorwerp

Welkom

Lijdend voorwerp
Nederlands
Wat heb je nodig?
Laptop
Schrift+Pen 
Lesboek
timer
2:30
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Lijdend voorwerp
Nederlands
Wat heb je nodig?
Laptop
Schrift+Pen 
Lesboek
timer
2:30

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag 12 mei 2023
  • 10 minuten lezen;
  • Huiswerkcheck;
  • Uitleg over het lijdend voorwerp;
  • Zelfstandig werken aan opdrachten over lijdend voorwerp.
  • Weekendquiz over zinsontleding.

Slide 2 - Tekstslide

timer
10:00
10 minuten in stilte zelfstandig lezen.

Slide 3 - Tekstslide

Aantekeningen maken

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les kan ik het lijdend voorwerp herkennen en benoemen, samen met de pv, wg/ng en het ow.

Slide 5 - Tekstslide


Zinsontleden stap voor stap

  1. persoonsvorm
  2. streepjes tussen de zinsdelen
  3. onderwerp
  4. gezegde
  5. lijdend voorwerp

Grammatica - zinsdelen

Slide 6 - Tekstslide

Ontleden: voorwerpen
Andere grammaticale rollen in een zin naast het onderwerp:
- Lijdend voorwerp (LV)
- Meewerkend voorwerp (MV)
- Voorzetselvoorwerp (VZV)
Welk voorwerp er in de zin zit hangt af van het werkwoord en het gezegde 

Slide 7 - Tekstslide

Kunnen deze zinnen ‘af’ zijn?
Maak 2 rijtjes, wel of niet en schrijf ze op en ontleed ze.
Ik beloof.
Ik geef.
Ik betrap.
Ik beschuldig.

Ik loop.
Ik snurk.
Ik sterf.
Ik zie.
Ik vermoed.
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Controleer de antwoorden.
Kunnen deze zinnen ‘af’ zijn?
Ja:
Ik loop.
Ik snurk.
Ik sterf.


Nee:
Ik vermoed iets.
Ik beloof iets / aan iemand.
Ik geef iets / aan iemand.
Ik betrap iemand / op iets.
Ik beschuldig iemand van iets.
Ik zie (iets/iemand.)

Slide 9 - Tekstslide

Controleer de antwoorden.
De zinnen ontleed.
Ik / loop.
OND PV
Ik / snurk.
OND PV
Ik / sterf.
OND PV
Ik / vermoed / iets
OND PV LV
Ik / zie / iets (of iemand)
OND PV LV

Ik / beloof / iets / aan iemand.
OND PV LV MV
Ik / geef / iets / aan iemand.
OND PV LV MV
Ik / betrap / iemand / op iets.
OND PV LV VZV
Ik / beschuldig / iemand / van iets.
OND PV LV VZV









Slide 10 - Tekstslide

Lijdend voorwerp (LV)
Algemeen: die of dat wat de handeling in de zin ‘ondergaat’.

Er wordt altijd iets met het LV gedaan, waar dat LV over het algemeen zelf vrij weinig aan kan doen.
Bijvoorbeeld:
Ik eet een bitterbal
Piet ziet zijn tante.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link




Huiswerk



 Cursus 5 Grammatica,
§ 8 ZD Lijdend voorwerp opdrachten 1 t/m 7.
Probeer minimaal 70% te behalen.

Slide 13 - Tekstslide

Werken aan opdrachten
Lees
De theorie (groene blok) en de opdrachten goed.
Maak
Maak online van cursus 5 Grammatica § 8 ZD Lijdend voorwerp opdrachten 1 t/m 7.
Probeer minimaal 70% te behalen.
Hoe
In de methode voor Nederlands, je mag fluisterend overleggen met je schoudermaatje en vragen stellen aan je docent.
Tijd
20 minuten
Klaar?
Laat je werk zien aan de docent.
Huiswerk
Bovenstaande opdrachten.
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Lijdend voorwerp

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

A
jij
B
het lijdend voorwerp
C
in deze zin
D
kan vinden

Slide 16 - Quizvraag

Fijn weekend!

Slide 17 - Tekstslide