Kosten en kostprijs 21-22

• Bedrijfseconomie
• HBO
• Studiejaar 1

Kosten en Kostprijs

20 Theorie vragen

Week 7

Janneke Boersma 

 Xheilan Salieski 

Welke kosten zijn binnen de bestaande capaciteit vast per eenheid product?

1. Proportioneel variabele kosten
2. Vaste kosten
3. Progressief variabele kosten
4. Degressief variabele kosten

Welke kosten vallen geheel of gedeeltelijk onder de variabele kosten van het autogebruik?

1. Afschrijving, benzine en technisch onderhoud
2. Afschrijving, benzine, technisch onderhoud en verzekering
3. Afschrijving en benzine
4. Benzine en technisch onderhoud

Voor het break-evenpoint worden ook andere benamingen gegeven, zoals kritisch punt, dode punt of kritische omzet. Van welke variabelen is het break-evenpoint rechtstreeks afhankelijk?

1. De verkoopprijs van het product, de totale vaste kosten en de variabele kosten per product
2. De verkoopprijs van het product, de vaste kosten per eenheid en de variabele kosten
3. De totale kosten en de variabele kosten per eenheid product
4. De verkoopkosten van het product, de totale vaste kosten en de variabele kosten per product

Een schoolrestaurant verwacht dit jaar met de verkoop van lunches quitte te spelen. De totale vaste kosten bedragen €300.000 en de variabele kosten per luxe lunch zijn €3. De break-evenafzet is 150.000 lunches. Wat is de verkoopprijs?

1. Verkoopprijs = €6
2. Verkoopprijs = €4
3. Verkoopprijs = €2,50
4. Verkoopprijs = €5

Welke kostenfunctie gebruik je om het verband tussen productieomvang en kosten uit te drukken:

1. Totale kosten = vaste kosten + totaal variabele kosten
2. Totale kosten = vaste kosten per eenheid + variabele kosten per eenheid x aantal eenheden
3. Totale kosten = vaste kosten + aantal eenheden x variabele kosten per eenheid
4. Totale kosten = vaste kosten + variabele kosten

Welk deelresultaat is een onderdeel van een resultatenrekening volgens de methode direct costing?

1. Brutowinst
2. Bezettingsresultaat
3. Transactieresultaat
4. Dekkingsbijdrage

Stelling: Bij voorraadtoename is de winst volgens de methode absorption costing lager dan de winst volgens de methode direct costing.

1. Correct
2. Incorrect
3. In sommige gevallen
4. Geen van bovenstaande

Bij absorption costing wordt een integrale kostprijs bepaald, waarin zowel variabele als vaste kosten verwerkt zijn.

1. Niet waar
2. Waar
3. In sommige gevallen
4. Geen van bovenstaande antwoorden

Stelling: Wanneer de verwachte werkelijke productie afwijkt van de normale productie, zal er een verschil ontstaan tussen de werkelijke vaste kosten en het totaal van de in de kostprijs van de producten te berekenen vaste kosten.

1. Waar
2. Onwaar
3. In sommige gevallen
4. Geen van de gevallen

Wat is het verschil tussen directe + indirecte kosten?

1. Bij directe kosten zijn de kosten rechtstreeks toewijsbaar en bij indirecte kosten niet
2. Bij directe kosten zijn de kosten niet rechtstreeks toewijsbaar en bij indirecte kosten wel
3. Bij directe kosten zijn de kosten rechtstreeks toewijsbaar en bij indirecte kosten ook
4. Geen van de drie mogelijkheden

Welke indirecte kostenmethode gebruik je in een situatie waarbij er één soort product is in verschillende afmetingen?

1. Equivalentiecijfermethode
2. Activity-based costing
3. Kostenplaatsmethode
4. Meervoudige opslagmethode

Welke indirecte kostenmethode is hier van toepassing:
Indirecte kosten samenhangend met personeel / Directe loonkosten = opslag 1
Indirecte kosten samenhangend met grondstof / Kosten grondstof = opslag 2
Overige indirecte kosten / Totale directe kosten = opslag 3.

1. Enkelvoudige opslagmethode
2. ABC costing
3. Meervoudige opslagmethode
4. Deelcalculatiemethode

Wat is een goede oplossing voor de contraproductieve acties van managers om top-down vastgestelde budgetten te halen?

1. Balanced Scorecard
2. Bottom-up vastgestelde budgetten
3. Planning en evaluatie
4. Flexibele budgetten

Budgettering heeft in het kader van de besturing van een onderneming meerdere doeleinden. Zo kunnen er verschillende functies van een budget worden onderscheiden. Welke functies van het budget zijn dat?

1. Rapportering
2. Berekening break-even punt
3. Communicatie en evaluatie
4. Planning, communicatie en evaluatie

Stelling: een variabel budget is een budget dat bepaald wordt door het bedrag per product of prestatie (tarief) te vermenigvuldigen met het normaal geproduceerde aantal.

1. Juist
2. Onjuist
3. In sommige gevallen
4. Geen van de opties

Stelling: Een variabel kostenbudget heeft betrekking op een bepaalde periode.

1. Onjuist
2. Juist
3. In sommige gevallen
4. Geen van de opties

Wat is een voorbeeld van een operationeel budget?

1. Personeelsbudget
2. Liquiditeitsbudget
3. Balans
4. Directiebudget

Een begroting is een kwalitatieve uitdrukking van een bepaalde activiteit voor een komende periode, waarbij veelal sprake is van een taakstellend karakter

1. Juist
2. Onjuist
3. In sommige situaties
4. Geen van bovenstaande

Stelling: De balanced scorecard meet prestatie-indicatoren op basis van een viertal perspectieven: de klant, de interne processen, marketing en financiën.

1. Onjuist
2. Juist
3. In sommige gevallen
4. Geen van de opties

Het doel van een verschillenanalyse is om werkelijke en gebudgetteerde opbrensten en kosten te signaleren en vast te stellen bij welke activiteiten deze zich voordoen.

1. Juist
2. Onjuist
3. In sommige situaties
4. Geen van bovenstaande