Wat is de eerste stap bij een natuurwetenschappelijk onderzoek?
A
De hypothese
B
De onderzoeksvraag
C
Het onderzoek
D
De resultaten
Slide 18 - Quizvraag
Zet de onderdelen van een natuurwetenschappelijk verslag in de juiste volgorde
Materiaal en methode
Resultaten en verwerking
Conclusie
Onderzoeksvraag
Discussie
Hypothese
Slide 19 - Sleepvraag
Wat is de hypothese?
A
lijst met materialen
B
methode
C
conclusie
D
voorlopig antwoord onderzoeksvraag
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een juiste onderzoeksvraag?
A
Of de plantjes met plantenvoeding harder groeien
B
Groeien plantjes die water met plantenvoeding krijgen harder dan plantjes die alleen water krijgen?
C
Wat is de invloed van plantenvoeding op de groei van plantjes?
D
Groeien plantjes met plantenvoeding harder dan zonder?
Slide 21 - Quizvraag
Waar komt in een natuurwetenschappelijk verslag een grafiek van de bevindingen?
A
conclusie
B
materialen en methode
C
resultaten en verwerking
D
discussie
Slide 22 - Quizvraag
Wat was de onderzoeksvraag bij deze resultaten?
A
Welke temperatuur vinden gistcellen het fijnst?
B
Wat is de invloed van kooldioxide op de activiteit van gistcellen?
C
Wat is de invloed van de temperatuur op de activiteit van gistcellen?
D
Heeft temperatuur invloed op de activiteit van gistcellen?
Slide 23 - Quizvraag
Wat kan een onderzoeksvraag zijn bij dit onderzoek?
A
Welke handelingen van de woestijnspringmuis vormen samen een gedragsketen?
B
Wat is de invloed van luchtvervuiling op het aantal nakomelingen van de woestijnspringmuis?
C
Hoelang eet een woestijnspringmuis?
D
Welke gedragselementen vertoont een woestijnspingmuis en welk voedsel wordt gegeten?
Slide 24 - Quizvraag
Wat is GEEN juiste onderzoeksvraag?
A
Groeit een plant beter in het licht of in het donker?
B
In welke mate gebruikt een aardhommel herkenningspunten om het nest terug te vinden?
C
Welk verschil is in gedrag tussen scharrelkippen en vrije uitloop kippen?
D
Wat is het effect van temperatuur op de groei van blauwalg?
Slide 25 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een onderzoeksvraag?
A
Heeft licht invloed op de groei van tuinkers?
B
Wat is de invloed van licht op de groei van planten?
C
In welke mate heeft licht invloed op de groei van tuinkers?
D
Wat is de invloed van licht en water op de groei van tuinkers?
Slide 26 - Quizvraag
Stel ik wil weten wat de groeisnelheid is van baby's in Nederland. Ik ga 1 dag naar het consultatiebureau en meet alle baby's. Is dit onderzoek betrouwbaar?
A
ja
B
nee
Slide 27 - Quizvraag
Stel ik wil weten wat de groeisnelheid is van baby's in Nederland. Ik ga 1 dag naar het consultatiebureau en meet alle baby's.
Leg uit waarom dit onderzoek NIET betrouwbaar is!
Slide 28 - Open vraag
Wanneer is een onderzoek NIET valide?
A
Minimaal 2 variabele factoren
B
Proefgroep en controle groep
C
Slechts 1 variabele factor
D
Grote groep proefpersonen
Slide 29 - Quizvraag
Ik ga een half uur naar de supermarkt om te onderzoeken of wasmiddel aanbiedingen werken. Ik observeer 2 personen die het wasmiddel in de aanbieding kopen, en 2 die een ander wasmiddel kopen. Hieruit trek ik de conclusie dat het niet uitmaakt. Dit onderzoek is:
A
betrouwbaar en valide
B
betrouwbaar maar niet valide
C
niet valide en niet betrouwbaar
D
wel valide maar niet betrouwbaar
Slide 30 - Quizvraag
Onderzoek naar kieming van zaden. Zie proefopstelling in de afbeelding: 4 petrischalen met verschillende omstandigheden. Is dit een geschikte opstelling voor het onderzoeken naar de invloed van verlichtingssterkte op de kieming.?
A
Ja, er worden twee verschillende verlichtingssterkten gebruikt.
B
Nee, want er zijn slechts twee verlichtingssterkten, dat is te weinig
C
Ja, want er zijn voldoende zaden om valide onderzoek te doen.
D
Nee, want er zijn 2 variabelen dus het onderzoek is niet valide