5.2 Grondwet en grondrechten

5.2 Grondwet en grondrechten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

5.2 Grondwet en grondrechten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Welkom :-)
Herhaling 5.1
Leerdoelen 5.2
Uitleg met filmpjes en opdrachten
Lesopdrachtje
Werkboek
Afronding en huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met 'de rechtsstaat'?
A
Een land waarin iedereen recht staat
B
Een land waarbij de meerderheid van de bevolking op rechtse partijen stemt
C
Een land waarin rechten en plichten van burgers door de overheid worden gecontroleerd
D
Een land waar de rechten en plichten van de burgers en overheid zijn vastgesteld

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een democratie en een dictatuur?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip censuur?
A
Het expres weglaten of veranderen van bepaalde informatie
B
Het maken van (politieke) reclame waardoor mensen worden gehersenspoeld
C
Een vorm van een dictatuur
D
Invloed hebben op de tijd

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 5.2
Aan het eind van deze les kun je uitleggen:
  •  hoe de Grondwet burgers beschermt tegen de macht van de overheid.
  • dat sommige grondrechten kunnen  botsen.
  • wat mensenrechten zijn.
  • wat een boycot is. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de grondwet?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1. Grondwet en grondrechten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23

Slide 10 - Tekstslide

De belangrijkste Nederlandse wet. In de Grondwet zijn onder meer de bevoegdheden van koning, regering en parlement geregeld. Ook zijn in de Grondwet de belangrijkste rechten en plichten van de burgers vastgelegd. Op deze slide staan de 23 grondrechten die momenteel in Nederland gelden.

In de volgende opdracht gaan de leerlingen hun eigen grondwet samenstellen met 10 grondrechten.
Wat is het verschil tussen de grondwet en gewone wetten?

A
De grondwet is een verzameling richtlijnen, geen wetten
B
De grondwet is moeilijker te wijzigen dan gewone wetten
C
Er is geen verschil; de grondwet is gewoon een andere naam voor gewone wetten
D
Gewone wetten gelden alleen voor bepaalde groepen, de grondwet voor iedereen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesopdracht botsende grondrechten
Welke twee grondrechten botsen in het volgende voorbeeld? Schrijf het antwoord in je schrift. Gebruik eventueel je boek op blz. 77

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld:
Een homoseksuele leraar solliciteert op een christelijke basisschool. In zijn sollicitatiegesprek vertelt hij eerlijk
dat hij een relatie met een man heeft. De directeur van de basisschool besluit dat de leraar daarom niet op de
school mag komen werken. Volgens de directeur is het gedrag van de homoseksuele leraar in strijd met de
grondslag van de school

Slide 13 - Tekstslide

Artikel 1: Verbod op discriminatie (gelijkheidsbeginsel)
Artikel 23: Vrijheid van onderwijs (en daarbij vrijheid van godsdienst)
En nu zelf
Bekijk de grondrechten op blz. 77. Bedenk zelf een situatie waarin 2 grondrechten die met elkaar zouden botsen. Bespreek in tweetallen welk van deze rechten belangrijker zou moeten zijn en waarom. Nabespreking doen we klassikaal

Slide 14 - Tekstslide

Artikel 1: Verbod op discriminatie (gelijkheidsbeginsel)
Artikel 23: Vrijheid van onderwijs (en daarbij vrijheid van godsdienst)
1

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bepalen de sociale grondrechten
voor hoeveel banen de overheid ieder jaar moet zorgen?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke schendingen van mensenrechten
in Nederland worden in de video genoemd?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een boycot
  • Wat is een boycot? Schrijf het begrip in je schrift.

  • Waarom kan een land een boycot instellen?

  • Welke andere reden is er om een boycot in te stellen? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naar het werkboek:
Opdracht 5.2: 1 t/m 5, 7, 11 en 12
Maak ook een begrippenlijst van par. 5.2

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies