KIDSWEEK C WEEK 44/45: Wat een weer ! (woordenschat)

KIDSWEEK C WEEK 44/45: 
Wat een weer ! (woordenschat)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

KIDSWEEK C WEEK 44/45: 
Wat een weer ! (woordenschat)

Slide 1 - Tekstslide

Kies een synoniem voor 'klitten'.
A
kleven / aan elkaar plakken
B
veranderen
C
samenvoegen
D
scheuren

Slide 2 - Quizvraag

In welk land is het tropisch?
A
Indonesië
B
Brazilië
C
België
D
Duitsland

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van tropische landen?
A
Hoge temperaturen
B
Koude winters
C
Veel neerslag
D
Droge zomers

Slide 4 - Quizvraag

Noteer voluit : CO²

Slide 5 - Open vraag

Wat is een belangrijke bron van CO²?
A
Verbranding van fossiele brandstoffen
B
Ademhaling van dieren
C
Fotosynthese door planten
D
Afbraak van organisch materiaal

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een gevolg van CO²-uitstoot?
A
Klimaatverandering.
B
Verhoogde zuurstofproductie.
C
Afname van biodiversiteit.
D
Grotere regenbogen.

Slide 7 - Quizvraag

Zeg het in 1 woord :
winter - lente - zomer - herfst

Slide 8 - Open vraag

Noteer de tegenstelling van het droogseizoen

Slide 9 - Open vraag

1. Na de ruzie was hij volledig ....
2. Er bleef niets meer over, de vloeistof was helemaal .... 
3. Het is helemaal ....                  dat hij     .... nadat hij de vaas heeft laten vallen. 
verdampt
in de war geraakt
moppert
logisch

Slide 10 - Sleepvraag

Hoe verloopt 'iets officieel' ?
A
Volgens de regels
B
Volgens het advies van iemand
C
Volgens eigen mening
D
Volgens de mening van een buurman

Slide 11 - Quizvraag

Wie kan invloed hebben op jouw gedrag?
A
Een kalender
B
Vrienden en familie
C
Een verkeerslicht
D
Mentoren en leraren

Slide 12 - Quizvraag


Hoe heet deze 'denkbeeldige 'lijn ?

Slide 13 - Open vraag

In welke zin is 'bijzonder' fout gebruikt?
A
Hij heeft een bijzonder talent.
B
Het was een bijzonder normaal evenement.
C
Dat was een bijzonder goede film.
D
Deze foto is bijzonder mooi.

Slide 14 - Quizvraag

Geef de tegenstelling van 'snel'
A
vlug
B
spoedig
C
langzaamaan
D
rap

Slide 15 - Quizvraag