Teaser Spelling 4V

Talent hoofdstuk 13, 14 en 16
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Talent hoofdstuk 13, 14 en 16

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordspelling

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet er op de puntjes staan?
Toen ik even niet oplette, bran...e het vlees aan.
A
tt
B
dd
C
t
D
d

Slide 3 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Waarom deden jullie niet meteen wat we jullie verzoch....en?
A
dd
B
d
C
t
D
tt

Slide 4 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Het publiek keek vol spanning toe, toen de zware motoren star..en.
A
tt
B
dd
C
t
D
d

Slide 5 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Als mensen bedwelm.. zijn door koolmonoxide, moeten ze naar het ziekenhuis.
A
dt
B
dd
C
t
D
d

Slide 6 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Toen de bui over was, aanvaar...en we de terugtocht.
A
tt
B
dd
C
t
D
d

Slide 7 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Zij had niet verwacht dat zij door die val haar schouder zou ontwrich...en.
A
tt
B
dd
C
t
D
d

Slide 8 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Wie beheer... tegenwoordig de clubkas?
A
dt
B
dd
C
t
D
d

Slide 9 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Het is beter dat u nu wegrij..., want er ontstaat een hele opstopping.
A
dt
B
dd
C
t
D
d

Slide 10 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Het popconcert werd in de pers heel gunstig beoordeel...
A
dt
B
dd
C
t
D
d

Slide 11 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
De coach had zich lang ingehouden, maar vorige week luch...e hij eindelijk zijn hart.
A
dt
B
dd
C
t
D
tt

Slide 12 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Nadat de stad verover... was, trok de hoofdmacht van het leger weg.
A
dt
B
d
C
t
D
tt

Slide 13 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Dit zijn de mensen die vorige week het vee slach...en ?
A
dd
B
d
C
t
D
tt

Slide 14 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Wie zonder uitkijken door de straat skeelert of skateboar..., vraagt om ongelukken.
A
dd
B
d
C
t
D
dt

Slide 15 - Quizvraag

Kies de juiste vorm.
Het ... fietspad levert toch nog een aantal ongevallen op.
A
verbreede
B
verbreedde
C
verbrede
D
verbreed

Slide 16 - Quizvraag

Kies de juiste vorm.
Ondanks de ... muur blijft het donker in de kamer.
A
gewit
B
gewitte
C
gewite
D
witgemaakte

Slide 17 - Quizvraag

Kies de juiste vorm.
... verlieten zij de zaal na het geweldige concert.
A
Juichend
B
Juichent
C
Gejuicht
D
Juichende

Slide 18 - Quizvraag

Spelling algemeen

Slide 19 - Tekstslide

Wat is juist gespeld?
A
Boeddhabeeld
B
boeddhabeeld

Slide 20 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
meneer van den Brink
B
meneer Van den Brink

Slide 21 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
Pasen, paasvakantie
B
pasen, paasvakantie
C
pasen, Paasvakantie
D
Pasen, Paasvakantie

Slide 22 - Quizvraag

Hoe spellen we de naam van deze roman van Karel Glastra van Loon?
A
de Passievrucht
B
De passievrucht
C
De Passievrucht
D
de passievrucht

Slide 23 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
hongerwinter
B
Hongerwinter
C
honger-winter
D
Honger-Winter

Slide 24 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
fiets-pomp
B
fietspomp
C
fietsenpomp
D
fietsen-pomp

Slide 25 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
zuidoosten
B
Zuid-Oosten
C
Zuid-oosten
D
zuid-oosten

Slide 26 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
1 aprilgrap
B
1-aprilgrap
C
1 Aprilgrap
D
1-Aprilgrap

Slide 27 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
Ik zit achter in de auto
B
Ik zit achterin de auto

Slide 28 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
stationhal
B
stationshal

Slide 29 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
Coronavirus
B
coronavirus
C
Corona-virus
D
corona-virus

Slide 30 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
opticien
B
opticiën

Slide 31 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
cafees
B
café's
C
cafe's
D
cafés

Slide 32 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
Whats-app-je
B
whatsappje
C
Whatsapp-je
D
whats-appje

Slide 33 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
haviken
B
havikken

Slide 34 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
moment suprème
B
moment-suprème
C
moment súpreme
D
moment suprême

Slide 35 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
dinétje
B
diner'tje
C
dinertje
D
dineetje

Slide 36 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Op dat feest zag ik veel bekenden van de basisschool, maar de meeste/meesten herkenden me niet.
A
meeste
B
meesten

Slide 37 - Quizvraag

Leestekens

Slide 38 - Tekstslide

Zijn de leestekens correct geplaatst in de volgende zin?
De jongeren, die meegelopen hebben in de sponsorloop, krijgen een presentje.
A
correct
B
niet correct

Slide 39 - Quizvraag

Zijn de leestekens correct geplaatst in de volgende zin?

Zij riep: 'Dat is gelogen!'.
A
correct
B
niet correct

Slide 40 - Quizvraag

Zijn de leestekens correct geplaatst in de volgende zin?
Echte schoonheid, zit van binnen: je uiterlijk doet er niet zoveel toe.
A
correct
B
niet correct

Slide 41 - Quizvraag

Is het leesteken correct geplaatst in de volgende zin?

Maak dat je wegkomt!
A
correct
B
niet correct

Slide 42 - Quizvraag

Is het leesteken correct geplaatst in de volgende zin?
Mijn vakkenpakket bestaat uit: biologie, economie, Nederlands, Duits, Engels, Frans, en aardrijkskunde.
A
correct
B
niet correct

Slide 43 - Quizvraag

Stijlkwesties

Slide 44 - Tekstslide

Welke stijlfout tref je aan in onderstaande zin?

De media bericht uitgebreid over het vluchtelingenprobleem.
A
tangconstructie
B
foutief verwijswoord
C
pleonasme
D
incongruentie

Slide 45 - Quizvraag

Welke stijlfout tref je aan in onderstaande zin?

De onzin die je me nu opschotelt, heb ik nog nooit eerder gehoord.
A
pleonasme
B
contaminatie
C
foutief voorzetsel
D
tangconstructie

Slide 46 - Quizvraag

Welke stijlfout tref je aan in onderstaande zin?

Zij klagen dat ze te weinig hebben geoefend voor die toets.
A
incongruentie
B
foutieve inversie
C
onvolledige zin
D
tautologie

Slide 47 - Quizvraag

Welke stijlfout tref je aan in onderstaande zin?

In het beleidsplan heeft de directie ingrijpende maatregelen opgenomen die het bedrijf door de economische crisis moet loodsen.
A
incongruentie
B
lijdende vorm
C
ontspoorde zin
D
contaminatie

Slide 48 - Quizvraag

Welke stijlfout tref je aan in onderstaande zin?

Veel leerlingen zullen gebaat zijn van extra lessen.
A
onnodige herhalingen
B
incongruentie
C
foutief gekozen voorzetsel
D
foutieve samentrekking

Slide 49 - Quizvraag

Welke stijlfout tref je aan in onderstaande zin?

Hij kocht een zeldzaam boek en gravure.
A
foutieve samentrekking
B
ontspoorde zin
C
foutieve beknopte bijzin
D
naamwoordstijl

Slide 50 - Quizvraag

Welke stijlfout tref je aan in onderstaande zin?

Nadat ik mijn ontbijt, doorgaans bestaande uit een kom yoghurt met muesli, een kopje thee en wat fruit van de biologische boer, had genuttigd, begaf ik mij naar school.
A
foutief beknopte bijzin
B
foutieve samentrekking
C
lijdende vorm
D
tangconstructie

Slide 51 - Quizvraag

Welke stijlfout tref je aan in onderstaande zin?

Het sprookje ging over het meisje en de grote reus.
A
Foutief voorzetsel
B
contaminatie
C
pleonasme
D
foutieve inversie

Slide 52 - Quizvraag

Welke stijlfout tref je aan in onderstaande zin?

Morgen ga ik naar de tennisclinic en wil ik het proefwerk Duits vanavond leren.
A
tautologie
B
foutieve inversie
C
foutieve opsomming
D
onvolledige zin

Slide 53 - Quizvraag

Welke stijlfout tref je aan in onderstaande zin?

Na een half uur in de oven te hebben gestaan aten zij de pizza op.
A
lijdende vorm
B
onvolledige zin
C
foutieve beknopte bijzin
D
pleonasme

Slide 54 - Quizvraag

Welke stijlfout tref je aan in onderstaande zin?

Ik vraag het wel aan hun.
A
foutief verwijswoord
B
tautologie
C
lijdende vorm
D
foutieve inversie

Slide 55 - Quizvraag

Slide 56 - Tekstslide