Intro betoog

Waar moet je rekening mee houden als je een tekst schrijft?
1 / 13
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Waar moet je rekening mee houden als je een tekst schrijft?

Slide 1 - Woordweb

Wat is een betoog?

Slide 2 - Woordweb

Wat zou het standpunt kunnen zijn bij het argument:
Leerlingen kunnen zich beter concentreren.

Slide 3 - Woordweb

Wat zou een argument kunnen zijn bij het standpunt:
De scholen moeten per direct gesloten worden.

Slide 4 - Woordweb

Wat is een tegenargument bij het standpunt:
De scholen moeten per direct gesloten worden.

Slide 5 - Woordweb

Wat doe je als je een tegenargument weerlegt?

Slide 6 - Woordweb

Welke tekststructuur gebruik je voor een betoog?

Slide 7 - Woordweb

Wat staat er in de inleiding van je betoog?

Slide 8 - Woordweb

Wat staat er in de kern van je betoog?

Slide 9 - Woordweb

Hoe sluit je je betoog af?

Slide 10 - Woordweb

Inleiding: stelling/standpunt
Wat zijn nu de functies van een inleiding? Waarom schrijf je een inleiding?
Zie het volgende filmpje.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Oefenen:
Schrijf een inleiding van 60 tot 100 woorden van een betoog met het standpunt:
'Er moet een verbod op vuurwerk komen.'
Denk aan: Stelling/standpunt, aandacht trekken (verleiden) en onderwerp introduceren. 

Slide 13 - Tekstslide