Les 4 digitaal 3 havo (3h2)

Lesdoelen
  • Herkennen standpunt, argument, weerlegging
  • Herkennen argumentatiestructuur
  • Je weet hoe je een argumentatieschema invult
Nederlands 3h2 14 januari 2021
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
  • Herkennen standpunt, argument, weerlegging
  • Herkennen argumentatiestructuur
  • Je weet hoe je een argumentatieschema invult
Nederlands 3h2 14 januari 2021

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- 5-10 min: filmpje kijken over onderschikkende argumentatie
- 15 min: oefenen met argumentatiestructuren
- 20 min: nakijken huiswerk (opdracht 4)

Maandag 18 jan: toets gaat niet door. Wordt verschoven naar 26,27 of 28 januari (dit is de laatste les voor het GPW)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Laten we nog even oefenen!
Jullie krijgen zo 3 tekstjes te zien, waarvan jullie de argumentatiestructuur moeten kiezen en benoemen.
Voor elke vraag 1,5 minuut en dan gaan we het bespreken.
Totaal = 10 minuten

Slide 4 - Tekstslide

Kies uit A, B of C en noem ook het soort structuur.
timer
1:30

Slide 5 - Tekstslide

Goede antwoord: B --> Meervoudige onderschikkende argumentatie.

Slide 6 - Tekstslide

Kies uit A, B of C en noem ook het soort structuur.
timer
1:30

Slide 7 - Tekstslide

Goede antwoord: C --> Enkelvoudige onderschikkende argumentatie

Slide 8 - Tekstslide

Kies uit A, B of C en noem ook het soort structuur.
timer
1:30

Slide 9 - Tekstslide

Goede antwoord: C --> Meervoudige onderschikkende argumentatie

Slide 10 - Tekstslide

Zijn er vragen?
Zijn er vragen?

Slide 11 - Tekstslide

We gaan het huiswerk bespreken!


Pak allemaal opdracht 4 erbij, blz. 141 en 142

Slide 12 - Tekstslide

1. Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 13 - Tekstslide

1. De monarchie
1. De monarchie

Slide 14 - Tekstslide

2. Uit welke alinea('s) bestaat de inleiding?

Slide 15 - Tekstslide

2. alinea 1 
(alinea 1 eindigt duidelijk met het standpunt)

Slide 16 - Tekstslide

3. Uit welke alinea('s) bestaat het slot?

Slide 17 - Tekstslide

3. Alinea 7 
In deze alinea wordt de tekst samengevat en daarmee afgesloten. 

Slide 18 - Tekstslide

De antwoorden van vraag 4
symboliseren (al. 2) – weergeven; vertegenwoordigen 
continuïteit (al. 2) – voortbestaan; voortgang 
globalisering (al. 2) – proces dat alles wereldwijd wordt; mondialisering 
integratie (al. 2) – opgaan in een groter geheel 
imago (al. 2) – beeld dat mensen van iets of iemand hebben; image
concept (al. 4) – begrip; idee; denkbeeld
arbitrair (al. 4) – hier: betwistbaar; ongefundeerd
constitutioneel (al. 5) – grondwettelijk; in overeenstemming met de grondwet
legitimatie (al. 5) – wettigheid; echtheid
een doorn in het oog (al. 6) – een aanleiding tot ergernis
representatief (al. 7) – vertegenwoordigend

Slide 19 - Tekstslide

5. Vat de tekst samen door het volgende schema in te vullen. 
Argument 1 en 2

Slide 20 - Tekstslide

Standpunt:
De monarchie is de beste staatsvorm die we ons kunnen wensen.  (alinea 1)

Argument 1:
Een monarchie symboliseert de nationale continuïteit veel beter dan een republiek. (zo: alinea 2)

Argument 2:
Het hoofd van een monarchie – de koning – staat buiten de politieke strijd, waardoor de eenheid van het land beter gesymboliseerd wordt. (bovendien: alinea 2)



Slide 21 - Tekstslide

Argument 3 en 4

Slide 22 - Tekstslide

Argument 3:
Het imago van een koning wordt niet door de (slechte) uitstraling van de politiek aangetast. (ook: alinea 2)

Argument 4:
Een koning maakt buiten de landsgrenzen aanzienlijk meer indruk dan een tijdelijke, gekozen president. (verder: alinea 2)

Slide 23 - Tekstslide

Tegenargument 1 en weerlegging

Slide 24 - Tekstslide

Tegenargument 1:
Een monarchie (koningshuis) is duur. (alinea 3)


Weerlegging:
Bij staatsbezoeken wordt veel geld terugverdiend, doordat de koning de weg vrijmaakt voor het bedrijfsleven. (alinea 3)

Slide 25 - Tekstslide

Tegenargument 2 en weerlegging

Slide 26 - Tekstslide

Tegenargument 2:
Een monarchie is ouderwets. (alinea 4)



 Weerlegging:
Een republiek komt al voor in de oudheid, terwijl in Europa centraal geleide monarchieën pas in de 15 eeuw ontstonden. (alinea 4)



Slide 27 - Tekstslide

Tegenargument 3 en weerlegging

Slide 28 - Tekstslide

Tegenargument 3:
Een monarchie is ondemocratisch. (alinea 5)


 Weerlegging:
De monarchie kan afgeschaft worden als de bevolking dat wil. (alinea 5)

Slide 29 - Tekstslide

Tegenargument 4 en weerlegging

Slide 30 - Tekstslide

Tegenargument 4:
Een slechte koning kan niet afgezet worden. (alinea 6)


 Weerlegging:
Een nieuwe vorst is zijn hele leven al op zijn rol voorbereid. (maar: alinea 6)

Slide 31 - Tekstslide

Je helemaal optimaal voorbereiden op de toets?

Maak dan de oefentoets die op Classroom online komt!
De antwoorden komen ook online. Neem er 45 minuten voor om echt te oefenen met het maken van een toets.

Slide 32 - Tekstslide

Zijn er nog vragen? Je kunt mij een mail sturen als je extra uitleg wilt, dan kan ik dat maandag bijvoorbeeld geven.
Heel veel succes alvast! 

Slide 33 - Tekstslide