Nee, ik heb geen Chromebook oplader, regel het zelf
Zorg dat je schrift en pen klaarliggen op tafel
Hier de film Up voor tijdens het wachten
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Start je Chromebook op en ga naar LessonUp
Nee, ik heb geen Chromebook oplader, regel het zelf
Zorg dat je schrift en pen klaarliggen op tafel
Hier de film Up voor tijdens het wachten
Slide 1 - Tekstslide
Indeling van de les
1.Herhaling leerdoelen 8.2
2. Leerdoelen 8.3
3. Uitleg
4. Vragen over 8.3
5. Verwerking
6. Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van de les:
• Weet je welk klimaat Gambia heeft.
• Weet je welke natuurlandschappen Gambia heeft.
• Heb je een beeld van de cultuur in Gambia.
Herhaling leerdoelen 8.2
Aan het einde van de les:
- weet je welke verschillen er zijn in bevolkingsgroei tussen werelddelen
- weet je hoe die verschillen zijn ontstaan en hoe ze zich in de toekomst zullen ontwikkelen
- weet je welke grote migratiestromen er zijn in de wereld
- Weet je wat het verband is tussen draagkracht, overbevolking en duurzaamheid
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van de les:
• Weet je welk klimaat Gambia heeft.
• Weet je welke natuurlandschappen Gambia heeft.
• Heb je een beeld van de cultuur in Gambia.
Leerdoelen 8.3
Aan het einde van de les:
- weet je wat het verband is tussen duurzaamheid, voedselproductie en voedselconsumptie
- weet je waardoor er in de toekomst grote voedseltekorten dreigen
- weet je welke maatregelen die tekorten kunnen oplossen
- weet je hoe de productie en consumptie van voedsel duurzamer wordt
Slide 4 - Tekstslide
Natuurlijk broeikaseffect.
Versterkt broeikaseffect.
Te veel CO2.
Kortgolvige lichtstralen.
Langgolvige lichtstralen.
2 graden warmer.
Klimaatverandering.
Zonder dit is het -18 graden op aarde.
Zeespiegelstijging.
Natuurlijke verwarming.
De zon als motor.
De mens als motor.
Slide 5 - Sleepvraag
De voorspelling is dat rond 2050 er 10 miljard mensen zijn. Dit noem je de ......
A
bevolkingsprognose
B
groeiprognose
C
bevolkingsvoorspelling
D
groeivoorspelling
Slide 6 - Quizvraag
De wetenschap die zich bezighoudt met bevolking heet ...
A
geografie
B
demografie
C
bevolkingswetenschap
D
demotivatie
Slide 7 - Quizvraag
Waardoor is het vruchtbaarheidscijfer afgenomen?
A
vrouwen zijn minder vruchtbaar
B
mannen zijn minder vruchtbaar
C
vrouwen krijgen eerder kinderen
D
vrouwen krijgen later kinderen
Slide 8 - Quizvraag
rijk land
arm land
vestigingsoverschot
vertrekoverschot
laag geboortecijfer
hoog geboortecijfer
hoog vruchtbaarheidscijfer
laag vruchtbaarheidscijfer
Slide 9 - Sleepvraag
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
Voedselvoorziening vroeger
Nederlandse boeren hadden een gemengd bedrijf.
De voedselkringloop speelde zich af in de omgeving van de boerderij.
Slide 12 - Tekstslide
Voedselvoorziening nu
Specialisatie: Boeren gaan zich richten op 1 product
Schaalvergroting: Grotere stukken land.
Slide 13 - Tekstslide
Voedselvoorziening nu
Door globalisering is het nu makkelijker om te communiceren, ook is het transport van goederen sneller en beter geworden.
Slide 14 - Tekstslide
Voedselcrisis
Er is genoeg voedsel in de wereld om alle mensen te voeden…en toch dreigt er een voedselcrisis ➡ voedseltekorten en stijgende prijzen.
Oorzaak 1: de wereldbevolking groeit dus meer voedsel nodig
Slide 15 - Tekstslide
Oorzaak 2: Ongelijke voedselverdeling
De voedselafdruk van westerse landen is groter
- westerse landen halen veel eten uit het buitenland, en hebben dus meer eten en drinken
Slide 16 - Tekstslide
Oorzaak 3: stijging welvaart
Door stijging welvaart veranderen eetgewoonten.
In China en Brazilië wordt meer vlees en zuivel geconsumeerd.
Er is 25 kilo graan nodig voor productie 1 kilo vlees en 15 000 liter water
Slide 17 - Tekstslide
Oorzaak 4: duurzame energiebronnen
Veel biobrandstoffen worden gemaakt van eetbare gewassen.
Dus nog meer voedseltekorten. Hoe duurzaam is dat dan?
Slide 18 - Tekstslide
Oplossingen voor het dreigende voedseltekort
Hogere opbrengsten in de landbouw door een nieuwe Groene Revolutie.
-> Dus betere irrigatietechnieken, niet-schadelijke kunstmest, enz
Anders consumeren voor een duurzamere voedselvoorziening.
-> Dus minder verspillen, meer producten uit eigen land, en minder vlees eten
Slide 19 - Tekstslide
Hoe kun je dan toch meer én duurzaam produceren?
- kringlooplandbouw: vee eet geen Braziliaanse soja, maar mais van het eigen land.
- scheelt vervuilend transport uit Brazilië (‘input’)
- mest wordt gebruikt op de maisakkers (‘output’)
Slide 20 - Tekstslide
VB: precisielandbouw / smart farming
- zo hoog mogelijke productie per gewas
- met behulp van nieuwe technieken
- zo laag mogelijke impact op het milieu
voorbeelden nieuwe technieken:
- GPS
- sensoren
- robots
Slide 21 - Tekstslide
Voedselafdruk
Voedselafdruk betekent hoeveel land er nodig is om voedsel te verbouwen per persoon of per land.
Voor elke wereldbewoner is ongeveer 0.9 hectare grond om voedsel te verbouwen.
De Nederlandse voedselafdruk is 2.1 hectare.
Slide 22 - Tekstslide
www.voedingscentrum.nl
Slide 23 - Link
Wat kun je zelf doen
Minder voedsel verspillen.
Meer voedsel uit eigen land kopen.
Minder vlees eten.
Slide 24 - Tekstslide
Vertel in je eigen woorden wat de voedselafdruk is.
Slide 25 - Open vraag
Hoeveel land is er beschikbaar voor iedere wereldbewoner om voedsel op te verbouwen?
A
0,7 hectare
B
0,9 hectare
C
1,5 hectare
D
2,1 hectare
Slide 26 - Quizvraag
Waarom is er een dreigende voedselcrisis? Geef twee voorbeelden.
Slide 27 - Open vraag
Hoe kunnen we een voedselcrisis voorkomen? Noem iets wat je zelf kunt doen en iets wat de landbouwsector kan doen.
Slide 28 - Open vraag
Leg in je eigen woorden uit wat specialisatie is.
Slide 29 - Open vraag
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 30 - Poll
Ik kan in grote lijnen antwoord geven op de volgende leerdoelen: - weet je wat het verband is tussen duurzaamheid, voedselproductie en voedselconsumptie - weet je waardoor er in de toekomst grote voedseltekorten dreigen - weet je welke maatregelen die tekorten kunnen oplossen - weet je hoe de productie en consumptie van voedsel duurzamer wordt