Holland onderbouw dag 2 herhaling

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

de haven

Het schip is in de haven.

De grootste haven van Europa is in Rotterdam.

het vliegveld

Schiphol is het grootste vliegveld van Nederland.

Meer dan 1000 vliegtuigen per dag vertrekken vanaf vliegveld Schiphol.

het station

De trein komt aan op het station.

Ik ga met de trein naar station Lelystad.

de snelweg

De auto rijdt op de snelweg.

De auto mag op de snelweg 100, 120 of 130 km/u rijden.

(km/u = kilometer per uur)

het fietspad

Het fietspad is vaak rood. 

De fietser rijdt op het fietspad.

molen

De molen draait in de wind.

Met een molen kun je bijvoorbeeld graan malen. 

de bollenvelden

De bloemen groeien op de bollenvelden.

De bollenvelden hebben prachtige kleuren.

het grachtenhuis

Het grachtenhuis is een huis aan de gracht.

De boot ligt in de gracht voor het grachtenhuis.

1.  Het schip gaat naar ______ .

2. De trein komt aan op   ______.  

3. Ik fiets op  _______.

4.Het vliegtuig komt aan op ______________.

1

2

3

4

de haven

het fietspad

het station

het vliegveld

Maak een zin met...

Kijk naar het grachtenhuis.

Zoek de 5 verschillen! 

Wat zijn de 5 verschillen?
Zoek op
plaatje 2.

Zoek van boven naar beneden 
Zoek van links naar rechts.