H5 en H6 Klantreis en Visual merchandising kort

H5 en H6 Klantreis en
KORT
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 en H6 Klantreis en
KORT

Slide 1 - Tekstslide

Welke van deze beweringen is/zijn juist?:

1. De uitstalling van de kaarten hoort door
de overdekking bij het winkelinterieur.

2. De etalage trekt veel aandacht vanwege de hoeveelheid uitgestalde artikelen.
A
1 is juist
B
2 is juist
C
1 en 2 zijn juist
D
geen van beide is juist

Slide 2 - Quizvraag

De externe winkelpresentatie bestaat onder andere uit

A
de entree van de winkel.
B
de presentatiemiddelen van de winkel.
C
de directe omgeving.
D
de binnenkant van de winkel.

Slide 3 - Quizvraag


Wat voor display is dit?
A
een schapdisplay, maar ook een merkdisplay
B
een kopdisplay, maar ook een kleur display
C
een schapdisplay , maar ook een kleurdisplay
D
een kopdisplay, maar ook een merk display

Slide 4 - Quizvraag


Op deze foto zie je een voorbeeld van:
A
nabuur plaatsing
B
contra plaatsing
C
lateraal plaatsing
D
rug aan rug plaatsing

Slide 5 - Quizvraag



Op deze foto zie je een voorbeeld van
A
horizontale plaatsing
B
laterale plaatsing
C
verticale plaatsing
D
frontale plaatsing

Slide 6 - Quizvraag


Van welk soort plaatsing wordt op de afbeelding hiernaast gebruik gemaakt?
A
horizontaal
B
verticaal
C
lateraal
D
frontaal

Slide 7 - Quizvraag

Een autodealer verkoopt uitsluitend auto's van een bepaald merk.
In een autoshowroom staan de duurste auto's midden in de showroom. De goedkoopste auto's staan achter in de winkel.

Welk soort verwantschap gebruikt de autodealer om de auto's te presenteren?
A
merk
B
prijs
C
thema
D
stijl

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen bestaande schaphoogte?
A
Reikhoogte
B
Ooghoogte
C
Grijphoogte
D
Hurkhoogte

Slide 9 - Quizvraag

Op deze foto zie je een voorbeeld van een
A
actiedisplay
B
kassadisplay
C
toonbankdisplay
D
themadisplay

Slide 10 - Quizvraag

Een winkel die duurzaam onderneemt, heeft oog voor P,P,P.

Waar staan deze p's voor.
A
People, planet, profit
B
People, planet, power
C
Party, party, party
D
Geen van deze antwoorden is juist

Slide 11 - Quizvraag

In welke fase van de productlevenscyclus besteed je het minste geld aan reclame en promotie op sociale media?
A
introductiefase
B
groeifase
C
rijpheidsfase
D
neergangfase

Slide 12 - Quizvraag

Waar of niet waar?

Een doublure is een artikel dat je kunt verwisselen met een ander artikel in het assortiment waarbij de klant dezelfde ervaring heeft
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Trading-up is het uitbreiden van het assortiment met artikelen uit een lagere prijsklasse
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een winkelmerk?
A
Coca Cola
B
Red Bull
C
Bolletje beschuit
D
Gamma OK

Slide 15 - Quizvraag

Welke artikelen komen niet in aanmerking voor sanering?
A
artikelen waarin na sanering nog keuze is
B
artikelen die tot het randassortiment behoren
C
artikelen die veel reclameondersteuning krijgen van de leverancier
D
artikelen die te weinig bijdragen aan het financieel resultaat van de winkel

Slide 16 - Quizvraag

Welke stof moet je leren voor de aankomende toets
A
H1 t/m H6 uit het boek Klantreis en Visual merchandising
B
H4 en H5 uit het boek Retaillandschap en retailmarketing
C
H1 t/m H5 uit het boek Retaillandschap en retailmarketing
D
H5 en H6 uit het boek Klantreis en Visual merchandising

Slide 17 - Quizvraag