In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H5 en H6 Klantreis en
Slide 1 - Tekstslide
Welke van deze beweringen is/zijn juist?:
1. De uitstalling van de kaarten hoort door de overdekking bij het winkelinterieur.
2. De etalage trekt veel aandacht vanwege de hoeveelheid uitgestalde artikelen.
A
1 is juist
B
2 is juist
C
1 en 2 zijn juist
D
geen van beide is juist
Slide 2 - Quizvraag
De externe winkelpresentatie bestaat onder andere uit
A
de entree van de winkel.
B
de presentatiemiddelen van de winkel.
C
de directe omgeving.
D
de binnenkant van de winkel.
Slide 3 - Quizvraag
Wat voor display is dit?
A
een schapdisplay, maar ook een merkdisplay
B
een kopdisplay, maar ook een kleur display
C
een schapdisplay , maar ook een kleurdisplay
D
een kopdisplay, maar ook een merk display
Slide 4 - Quizvraag
Op deze foto zie je een voorbeeld van:
A
nabuur plaatsing
B
contra plaatsing
C
lateraal plaatsing
D
rug aan rug plaatsing
Slide 5 - Quizvraag
Een winkelier maakt voor de vaste artikelen uit het basisassortiment een:
A
actieplan
B
promotieplan
C
schappenplan
D
displayplan
Slide 6 - Quizvraag
Van welk soort plaatsing wordt op de afbeelding hiernaast gebruik gemaakt?
A
horizontaal
B
verticaal
C
lateraal
D
frontaal
Slide 7 - Quizvraag
Het bij elkaar plaatsen van artikelen die bij elkaar horen noem je:
A
verkoopklaar maken
B
family grouping
C
omverpakken
D
beprijzen
Slide 8 - Quizvraag
Op deze foto zie je een voorbeeld van
A
horizontale plaatsing
B
laterale plaatsing
C
verticale plaatsing
D
frontale plaatsing
Slide 9 - Quizvraag
Een autodealer verkoopt uitsluitend auto's van een bepaald merk. In een autoshowroom staan de duurste auto's midden in de showroom. De goedkoopste auto's staan achter in de winkel.
Welk soort verwantschap gebruikt de autodealer om de auto's te presenteren?
A
merk
B
prijs
C
thema
D
stijl
Slide 10 - Quizvraag
Wat is geen bestaande schaphoogte?
A
Reikhoogte
B
Ooghoogte
C
Grijphoogte
D
Hurkhoogte
Slide 11 - Quizvraag
Van welk soort plaatsing wordt op de afbeelding hiernaast gebruik gemaakt?
A
lateraal
B
verticaal
C
horizontaal
D
diagonaal
Slide 12 - Quizvraag
Op deze foto zie je een voorbeeld van een
A
actiedisplay
B
kassadisplay
C
toonbankdisplay
D
themadisplay
Slide 13 - Quizvraag
Een winkel die duurzaam onderneemt, heeft oog voor P,P,P.
Waar staan deze p's voor.
A
People, planet, profit
B
People, planet, power
C
Party, party, party
D
Geen van deze antwoorden is juist
Slide 14 - Quizvraag
In welke fase van de productlevenscyclus besteed je het minste geld aan reclame en promotie op sociale media?
A
introductiefase
B
groeifase
C
rijpheidsfase
D
neergangfase
Slide 15 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Een doublure is een artikel dat je kunt verwisselen met een ander artikel in het assortiment waarbij de klant dezelfde ervaring heeft
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Wat zijn traffic builders?
A
Producten die buiten voor de winkel zijn geplaatst
B
Producten waarvoor klanten de winkel bezoeken
C
Bulk producten
D
Advertenties voor producten
Slide 17 - Quizvraag
Waar of niet waar? Trading-up is het uitbreiden van het assortiment met artikelen uit een lagere prijsklasse
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een winkelmerk?
A
Coca Cola
B
Red Bull
C
Bolletje beschuit
D
Gamma OK
Slide 19 - Quizvraag
Welke artikelen komen niet in aanmerking voor sanering?
A
artikelen waarin na sanering nog keuze is
B
artikelen die tot het randassortiment behoren
C
artikelen die veel reclameondersteuning krijgen van de leverancier
D
artikelen die te weinig bijdragen aan het financieel resultaat van de winkel
Slide 20 - Quizvraag
Welke stof moet je leren voor de aankomende toets
A
H1 t/m H6 uit het boek Klantreis en Visual merchandising
B
H4 en H5 uit het boek
Retaillandschap en retailmarketing
C
H1 t/m H5 uit het boek
Retaillandschap en retailmarketing
D
H5 en H6 uit het boek
Klantreis en Visual merchandising