2.6 en de republiek

De Republiek 
  • Leerdoel: Hoe werd de republiek gevormd en waarom was dit in die tijd uniek?

Aan het einde van de les kan je uitleggen wat een republiek is. 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Republiek 
  • Leerdoel: Hoe werd de republiek gevormd en waarom was dit in die tijd uniek?

Aan het einde van de les kan je uitleggen wat een republiek is. 

Slide 1 - Tekstslide

De Republiek 
Republiek der Zeven Verenigde Nederland 
De republiek die ontstond toen de opstandige gewesten in 1588 besloten niet langer een nieuwe landsheer te zoeken. De Republiek was bijzonder, omdat ze geen staatshoofd had.

Slide 2 - Tekstslide

Oorsprong van de Republiek
De term republiek komt van de Romeinen. Letterlijk betekent het: ‘de gemeenschappelijke zaak’. Een republiek is een staat zonder vorst. Het hoogste gezag in de Republiek was verdeeld tussen de Staten-Generaal en de gewestelijke Staten.

Slide 3 - Tekstslide

Geen vorst
Omdat Holland het rijkste gewest was, had het binnen de Republiek de meeste invloed. De raadspensionaris van Holland was een belangrijk man.

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
1. Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
2. De protestantse Reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
3. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
4. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht van de Nederlandse Republiek.

Slide 5 - Tekstslide

Je weet:
  1. Hoe er tussen circa 1550 en 1650 een Nederlandse staat ontstond.
2. Hoe de kritiek op de rooms-katholieke kerk tot de Reformatie leidde en uiteindelijk tot een splitsing in de christelijke kerk.
3. Waardoor er in de Nederlanden grote religieuze en politieke onrust ontstond.
4. Hoe de onrust in de Nederlanden tot de Opstand leidde.
5. Hoe het tot een definitieve breuk tussen Filips II en Willem van Oranje kwam.
5. Hoe de Opstand de grondslag legde voor de Nederlandse staat.

Slide 6 - Tekstslide

Je kunt:
1. Je inleven in het denken en handelen van personen uit een andere tijd en in hun leefomstandigheden. Bij het beoordelen van gebeurtenissen en personen kun je rekening houden met gebondenheid aan tijd en plaats. Je bent ervan bewust dat je bij het beoordelen van gebeurtenissen en personen zelf ook bent gebonden aan jouw eigen tijd en plaats.
2. Bronnen beoordelen op hun betrouwbaarheid. Je doet dit door te vragen wanneer de bron is gemaakt, hoe de maker van de bron aan zijn informatie is gekomen en met welke bedoeling hij de bron heeft gemaakt. De antwoorden op deze vragen moet je tegen elkaar afwegen.

Slide 7 - Tekstslide

Toetsdatum
Woensdag 19 December 
  • 1e Uur (8:15)
  • Hoofdstuk 2

Slide 8 - Tekstslide

Waar moet ik nog extra aandacht aan besteden?

Slide 9 - Woordweb

Welke begrippen vind je lastig?

Slide 10 - Woordweb

Volgende week herhaling!
  • Oefentoets
  • Herhalen aan de hand van de oefentoets

Slide 11 - Tekstslide