In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom bij Nederlands
Denk aan de regels
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Oefenen met leesvaardigheid
- Boek lezen
- Aantekeningen boek
- Tekst lezen
- Opdrachten maken
Slide 2 - Tekstslide
Lezen in stilte
Slide 3 - Tekstslide
aantekeningen boek
Je krijgt nu 10 minuten om over je boek info op te zoeken.
Boek 3: schrijver, titel, plot, mening. Ook handig: recensies van dit boek.
Dit ga je nodig hebben voor je mondeling.
Slide 4 - Tekstslide
Aan welke onderdelen kan je zien voor welk publiek een tekst bedoeld is?
Slide 5 - Woordweb
Tekst lezen
Klassikaal
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van deze tekst?
Slide 7 - Open vraag
Hoe wordt de lezer nieuwsgierig gemaakt in de inleiding?
A
door de actualiteit te bespreken
B
door een voorbeeld te beschrijven
C
door de geschiedenis te bespreken
D
door een anekdote te beschrijven
Slide 8 - Quizvraag
Waar leiden hoge verwachtingen toe? Noem twee gevolgen.
Slide 9 - Open vraag
Volgens de onderwijsinspectie zijn leerkrachtverwachtingen nog te vaak (onbewust) gerelateerd aan gezinskenmerken en opleidingsniveau van ouders, in plaats van aan het werkelijke potentieel van het kind. Wat betekent dit?
Slide 10 - Open vraag
In deze tekst neemt de auteur een standpunt in, maar ze vertelt niet duidelijk wat dit standpunt is. Formuleer haar standpunt.
Slide 11 - Open vraag
Hoe onderbouwt de auteur haar standpunt?
A
door voorbeelden te geven en kritische vragen te stellen
B
door argumenten en voorbeelden te geven
C
door redenen te geven en kritische vragen te stellen
Slide 12 - Quizvraag
Welk schrijfdoel heeft deze tekst?
A
informeren
B
opiniëren
C
overtuigen
D
activeren
Slide 13 - Quizvraag
Welke tekstsoort is dit?
Slide 14 - Open vraag
Voor welk publiek is deze tekst bedoeld? Noem meerdere kenmerken en voorbeelden waaraan je dat kan zien.
Slide 15 - Open vraag
Ervaar je zelf veel prestatiedruk? Waarom wel/niet?
Slide 16 - Open vraag
Zoek zelf een column of betoog
Maak hier minimaal 6 vragen bij voor je buurpersoon.