Gedichten en hun betekenis Hst 57 Manja

Vandaag 
Hst 57 waarin je leert hoe je betekenis van een gedicht zoekt 

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag 
Hst 57 waarin je leert hoe je betekenis van een gedicht zoekt 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Betekenis vinden

Slide 4 - Tekstslide

Check les 28.
Wat is beeldspraak ook al weer?

Slide 5 - Open vraag

Voorbeelden beeldspraak

 

vergelijking - metafoor - personificatie

Slide 6 - Tekstslide

Welke vorm van beeldspraak is dit?
De zee leek woedend op het strand.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 7 - Quizvraag

Welke vorm van beeldspraak is dit?
Ze zag na één dag zon zo rood als een kreeft.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 8 - Quizvraag

Welke vorm van beeldspraak is dit?
Wat heb jij van de woonkamer een zwijnestal gemaakt!
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 9 - Quizvraag

Maargoed, betekenis vinden dus... 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat wil de schrijver van 'Stil In Mij'?
A
Een gebeurtenis beschrijven
B
Experimenteren met taal
C
Een gevoel overbrengen

Slide 12 - Quizvraag

Wat bedoelt de schrijver met 'stil in mij'? Heeft hij het denk je over echte stilte?

Slide 13 - Open vraag

Lees het gedicht 'een jongen krijgt een meisjesbrief'

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent de zin 'een jongenshandschrift is ... als de puberteit'.
A
Jongens in de puberteit zijn onhandig en houterig, hun handschrift ook.
B
Jongen zijn in de puberteit minder dik dan meisjes.

Slide 15 - Quizvraag

Wat wist de ik-figuur meteen door naar het handschrift van de brief te kijken?
A
Dat het een liefdesbrief was.
B
Dat jongens niet mooi kunnen schrijven
C
Dat de brief door een meisje was geschreven, omdat het een rond handschrift was.

Slide 16 - Quizvraag

Nog even wat doen met woorden 
Maak een zin waaruit de betekenis blijkt van het woord: 
1. de samenhang
2. druppel op de gloeiende plaat
3. de aanrader 
Thuisblijvers maken een zin en zetten die in de chat. 

Slide 17 - Tekstslide

Vrijdag leer je de woorden 
van hoofdstuk 46 -50

Slide 18 - Tekstslide

Wat betekent 'de verteltrant'?
A
de manier waarop iets verteld wordt
B
een verdrietig verhaal
C
hoe hard een verhaal verteld wordt
D
de snelheid van vertellen van het verhaal

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent 'de monarchist'?
A
de koning
B
de moordenaar van de koning
C
de voorstander van een koninkrijk
D
de tegenstander van een koninkrijk

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent 'de aanleiding'?
A
waterleiding die aan staat
B
wat tot gevolg heeft dat iets gebeurt
C
het gevolg
D
hoe iets zou moeten zijn

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent 'het sentiment'
A
huilend
B
lachend
C
gevoel
D
verstand

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent 'terugblikken op'?
A
herinneringen ophalen over iets dat is geweest
B
herinneringen maken
C
iets terug in een blik stoppen (conserveren)
D
iets beschadigen

Slide 23 - Quizvraag