12.3 Eiwitten

12.3 Eiwitten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

12.3 Eiwitten

Slide 1 - Tekstslide

13.1 Koolhydraten 
Sachariden = moeilijke naam voor koolhydraten
Glucose: 1 sacharide --> monosacharide

Sacharose: 2 sachariden --> disacharide
Zetmeel: veel sachariden --> polysacharide

Slide 2 - Tekstslide

12.2 Vetten 
                Vetten zijn tri-esters van glycerol (tri-glyceriden)





Binas Tabel 67G1 en 67G2
Glycerol
(Propaan-1,2,3-triol)
stearinezuur
stearine

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt na afloop van de les:
  • uitleggen dat eiwitten ontstaan uit aminozuren;
  • een peptidebinding tekenen en herkennen;
  • de vorming van een polypeptide en de hydrolyse in een reactievergelijking weergeven;
  • de verschillende functies van eiwitten in een levend organisme noemen;
  • de specifieke werking van enzymen toelichten;
  • duidelijk maken dat enzymen een temperatuur‑ en een pH‑optimum kennen.

Slide 4 - Tekstslide

H12.3 Eiwitten
Eiwitten ontstaan uit aminozuren -> BINAS 67H
Dit zijn monomeren met hierin een zuurgroep en aminogroep:



Hoe heet de reactie om deze aminozuren aan elkaar te koppelen? 
Als het goed is herken je de condensatiereactie!
Essentiele aminozuren!

Slide 5 - Tekstslide

Vorming van een dipeptide
Eiwitten zijn biopolymeren
2 aminozuren -> condensatie -> dipeptide -> condensatie -> polypeptide (=eiwit)
De koppeling heet een peptidebinding
En is gelijk aan een amidebinding

Slide 6 - Tekstslide

Primaire structuur
Primaire structuur = volgorde van aminozuren

Slide 7 - Tekstslide

Maak opdracht 16

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord 16

Slide 9 - Tekstslide

Eiwitten
Vanuit de primaire structuur kunnen H-bruggen en zwavelbruggen gevormd worden
en vouwt de polypeptideketen zich op -> netwerk van
meerdere polypeptideketens (=eiwit)
Ruimtelijke structuur bepaalt de eigenschappen
Structuur verstoren door verwarmen of pH veranderingen

Slide 10 - Tekstslide

Van aminozuur naar peptidebinding naar eiwit

Slide 11 - Tekstslide

Volgorde aminozuren is belangrijk!
TAAL betekent iets anders dan LAAT




Zo bepaalt ook de volgorde van de aminozuren welk eiwit er gevormd wordt.

Slide 12 - Tekstslide

Oefening
Het tripeptide Ala-Val-Ser is opgebouwd uit drie aminozuren: alanine, valine en serine. 

Geef de reactievergelijking in structuurformules van de vorming van Ala-Val-Ser. 

Slide 13 - Tekstslide

Afbraak van eiwitten
Afbraak tot aminozuren (Hoe heet deze reactie?)
hydrolyse

Slide 14 - Tekstslide

Maak opdracht 18

Slide 15 - Tekstslide

Antwoord opdracht 18

Slide 16 - Tekstslide

Enzymen (soort eiwit)
enzymen = biokatalysatoren 
  • Enzym gaat binding aan met substraat (=stof waar enzym op inwerkt)
  • enzym en substraat veranderen van vorm
  • reactie
  • reactieproducten worden los gelaten
  • enzym terug naar oorspronkelijke vorm

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Optimale werking van enzymen
Optimale werking
van enzymen
Temperatuuroptimum
pH optimum

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video