Hierin worden H-bruggen en zwavelbruggen gevormd en vouwt de polypeptideketen zich op -> netwerk van meerdere polypeptideketens (=eiwit)
Ruimtelijke structuur bepaalt de eigenschappen
Slide 6 - Tekstslide
Van aminozuur naar peptidebindiding naar eiwit.
Slide 7 - Tekstslide
Volgorde aminozuren is belangrijk!
TAAL betekent iets anders dan LAAT
Zo bepaalt ook de volgorde van de aminozuren welk eiwit er gevormd wordt.
Slide 8 - Tekstslide
Let op proline!
Slide 9 - Tekstslide
1. Het tripeptide Ala-Val-Ser is opgebouwd uit drie aminozuren: alanine, valine en serine.
Geef de reactievergelijking in structuurformules van de vorming van Ala-Val-Ser.
2. Teken hetzelfde eiwit in zowel zuur milieu als basisch milieu.
Slide 10 - Tekstslide
Eiwitten in lichaam
eiwitten in voedsel
afbraak tot aminozuren (hoe heet deze reactie?)
omzetting tot andere aminozuren (energie, bouwstof, vervoer, bloedstolling, immuunsysteem) of afbraak in lever. hier ontstaat dan ammoniak (+ koolstofdioxide -> ureum. Dit gaat via bloed naar de nieren)
Eiwitten in lichaam
Eiwitten in voedsel
Afbraak tot aminozuren (Hoe heet deze reactie?)
Slide 11 - Tekstslide
Enzymen (soort eiwit)
= biokatalysatoren
Enzym gaat binding aan met substraat (=stof waar enzym op inwerkt)
enzym en substraat veranderen van vorm
reactie
reactieproducten worden los gelaten
enzym terug naar oorspronkelijke vorm
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Optimale werking van enzymen
Optimale werking van enzymen
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag
Doorlezen 12.3
Maken: 16 t/m 18, 20, 22, 25
Fluisterend overleggen met buur of werken met muziek