Hoe vind ik de persoonsvorm in een zin? Ik maak er een vraagzin van, dan komt de pv vooraan te staan. Of ik verander de zin van tijd, de pv verandert dan ook.
Onderstreep de persoonsvorm:
-De kerstboom is omgevallen.
-Door de hele school hangen kerstballen.
-In de kerstvakantie ga ik veel lezen.
Hoe vind ik het onderwerp in een zin? wie/ wat + persoonvorm?
Omcirkel het onderwerp:
-De kerstboom is omgevallen.
-Door de hele school hangen kerstballen.
-In de kerstvakantie ga ik veel lezen.