1.5, Laag- Nederland

1.5, Laag- Nederland
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.5, Laag- Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Voorkennis
  • Uitleg
  • Controlerende vragen
  • Aan de slag
  • Afsluiting  

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat veen is en wat dijken en polders zijn.
Je begrijpt waarom er veel klei en veen in Laag-Nederland voorkomt en hoe de mens daar bruikbare landbouwgrond van gemaakt heeft.
Je kunt op een topografische kaart de kenmerken van Laag-Nederland aangeven.

Slide 3 - Tekstslide

3

Slide 4 - Video

00:14
Hoe zie je aan het landschapspatroon dat de polder door mensen is gemaakt en niet door de natuur?

Slide 5 - Open vraag

01:54
Waarom werden de nieuwe inwoners van Flevoland op deze kenmerken beoordeelt?

Slide 6 - Open vraag

02:12
Welke functies heeft Flevoland op dit moment allemaal? (Voorbeeld van functies: wonen, landbouw, natuur, recreatie? Leg uit.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Leg uit: Hoe is veen ontstaan?

Slide 13 - Open vraag

Waarom vind er tegenwoordig geen vorming van nieuw veen plaats?

Slide 14 - Open vraag

Aan de slag 
H1.5 maken

Klaar?
Oefentoets

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat veen is en wat dijken en polders zijn.
Je begrijpt waarom er veel klei en veen in Laag-Nederland voorkomt en hoe de mens daar bruikbare landbouwgrond van gemaakt heeft.
Je kunt op een topografische kaart de kenmerken van Laag-Nederland aangeven.

Slide 16 - Tekstslide

Les 2

Slide 17 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Voorkennis
Uitleg
Aan de slag
Afsluiting

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat veen is en wat dijken en polders zijn.
Je begrijpt waarom er veel klei en veen in Laag-Nederland voorkomt en hoe de mens daar bruikbare landbouwgrond van gemaakt heeft.
Je kunt op een topografische kaart de kenmerken van Laag-Nederland aangeven.

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

Geef aan wat het verschil is tussen veen en turf.

Slide 21 - Open vraag

Leg uit hoe de Flevopolder is ontstaan.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Waarom moet een polder constant leeg gepompt worden?

Slide 31 - Open vraag

Aan de slag
H1.5

Klaar?
Oefentoets

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat veen is en wat dijken en polders zijn.
Je begrijpt waarom er veel klei en veen in Laag-Nederland voorkomt en hoe de mens daar bruikbare landbouwgrond van gemaakt heeft.
Je kunt op een topografische kaart de kenmerken van Laag-Nederland aangeven.

Slide 33 - Tekstslide