WK 37 VH1 - werkwoordspelling en hoofdletters

VH1 - Nederlands
Herhalingsles werkwoordspelling
Mevrouw Giesen
timer
10:00
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VH1 - Nederlands
Herhalingsles werkwoordspelling
Mevrouw Giesen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Agenda 
  • Leerdoelen
  • Tegenwoordige tijd
  • Verleden tijd
  • Voltooid en onvoltooid deelwoord
  • Verschillende tijden
  • Quiz/Spel
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan werkwoorden correct vervoegen in de tegenwoordige tijd.
  • Ik kan werkwoorden correct vervoegen in de verleden tijd.
  • Ik kan correct het voltooid en onvoltooid deelwoord spellen.
  • Ik weet het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden. 

Slide 3 - Tekstslide

Overzicht

Slide 4 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd

Slide 5 - Tekstslide

Verleden tijd
't sexy fokschaap
't ex-kofschip

Slide 6 - Tekstslide

Voltooid deelwoord

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Bijvoeglijk gebruikt

Slide 8 - Tekstslide

Onvoltooid deelwoord
Hele werkwoord +d

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordstijden
o.v.t. Ik fietste naar school.
v.v.t. Ik was naar school gefietst.
o.t.t. Ik fiets naar school.
v.t.t. Ik ben naar school gefietst.

Slide 10 - Tekstslide

Het spel
Magister maakt groepjes
Je krijgt het spel en een dobbelsteen

timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan werkwoorden correct vervoegen in de tegenwoordige tijd.
  • Ik kan werkwoorden correct vervoegen in de verleden tijd.
  • Ik kan correct het voltooid en onvoltooid deelwoord spellen.
  • Ik weet het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden. 

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 13 - Tekstslide

VH1 - Nederlands
Bedankt voor jullie aandacht vandaag!

Slide 14 - Tekstslide

VH1 - Nederlands
Mevrouw Giesen
Hoofdletters


timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Agenda
  • Leerdoelen
  • Uitleg hoofdletters
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik weet wanneer ik hoofdletters moet gebruiken.
  • Ik weet wanneer ik geen hoofdletters hoef te gebruiken.

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 18 - Woordweb

Hoofdletters
Aan het begin van een zin: 

Vorig jaar won Thomas de voorleeswedstrijd.

Slide 19 - Tekstslide

Hoofdletters
Bij namen: Elze Mulder, Fien van de Laan, Meral Kaya, Tom ’t Hart, Lin d’Hondt, West-Friesland, Bistro Croquant, Noordzee, Dorpsstraat, Adidas, Bakker Bart.
De verkorte vormen ’t en d’ worden altijd als kleine letter geschreven: meneer ’t Hart, mevrouw d’Hondt.

Slide 20 - Tekstslide

Hoofdletters
Let op: tussenvoegsels, zoals de, van of van de, schrijf je zonder hoofdletter als de voornaam of voorletter ervoor staat: F.J. van de Laan, Anwar el Hankouri, Rianne ten Hove-de Wit. Als de voornaam of voorletter ontbreekt, krijgt het eerste tussenvoegsel een hoofdletter: mevrouw Van de Laan, meneer El Hankouri, mevrouw Ten Hove-de Wit.

Slide 21 - Tekstslide

Hoofdletters
Bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid: Limburgse, Grieks, Noord-Hollandse.

Slide 22 - Tekstslide

Wanneer niet?
Historische periodes: de prehistorie, de middeleeuwen
Afleidingen van feestdagen: de kerstman, sinterklaascadeau

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Link

Aan de slag
Ga naar de online omgeving van Nieuw Nederlands via Magister

Open de geplande taken

Cursus 7 spelling, paragraaf 1 hoofdletters en leestekens
Opdracht 1 t/m 6

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik weet wanneer ik hoofdletters moet gebruiken.
  • Ik weet wanneer ik geen hoofdletters hoef te gebruiken.

Slide 27 - Tekstslide

De laatste vragen
Hoe schrijven we deze namen? Onderstreep de hoofdletters!
mevrouw van der velden
jan de haas

Slide 28 - Tekstslide

VH1 - Nederlands
Bedankt voor jullie aandacht vandaag!

Slide 29 - Tekstslide

VH1 - Nederlands
Mevrouw Giesen
Week 37 - les 3
leestekens
timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Agenda
  • Leerdoelen
  • Uitleg leestekens
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 31 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik ken de verschillende leestekens.
  • Ik weet welk leesteken ik moet gebruiken bij geschreven teksten.

Slide 32 - Tekstslide

Welke leestekens ken je?

Slide 33 - Woordweb

Wanneer gebruik je leestekens?

Slide 34 - Woordweb

Uitleg leestekens
Je eindigt een zin met een leesteken.
- een punt komt na een gewone zin: Deejays treden vaak op onder een artiestennaam.
- een vraagteken zet je na een vraag: Wat is de artiestennaam van Martijn Garritsen?
- met een uitroepteken geef je een zin extra nadruk: Dat is niet te geloven!

Slide 35 - Tekstslide

Uitleg leestekens
Een komma gebruik je onder meer:
  • tussen twee persoonsvormen: Als je Eva ziet, doe haar dan de groeten.
  • voor voegwoorden als als, doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, want, zodat, zodra: In de winter staat de oldtimer binnen, zodat hij niet gaat roesten.
Zet in het algemeen geen komma voor en en of.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Oefenen in de klas
Je krijgt van mij een tekst zonder hoofdletters en leestekens. 
Jij zet alle leestekens erin met pen.
Daarnaast onderstreep je alle letters die volgens jou met een hoofdletter moeten.
Klaar? Kom de goede antwoorden halen. 
Controleer je eigen werk!
timer
10:00

Slide 38 - Tekstslide

Aan de slag
Ga naar de online omgeving van Nieuw Nederlands via Magister

Open de geplande taken

Cursus 7 spelling, paragraaf 1 hoofdletters en leestekens
Opdracht 1 t/m 6

Slide 39 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik ken de verschillende leestekens.
  • Ik weet welk leesteken ik moet gebruiken bij geschreven teksten.

Slide 40 - Tekstslide

De laatste vragen
Hoe schrijven we deze zin? Denk aan hoofdletters en leestekens!
ligt mevrouw van de ven op het 
strand in spanje

Slide 41 - Tekstslide

Afsluiting
Bedankt voor jullie aandacht vandaag

Slide 42 - Tekstslide