Herhaling De Markt 3V
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Een aanbodoverschot ontstaat als...
A
De prijs boven het marktevenwicht ligt
B
De prijs onder het marktevenwicht ligt
Slide 2 - Quizvraag
Er is een technologische innovatie. Het produceren van nietmachines gaat veel sneller. Dit betekent...
A
De collectieve vraaglijn verschuift naar links
B
De collectieve vraaglijn verschuift naar rechts
C
De collectieve aanbodlijn verschuift naar links
D
De collectieve aanbodlijn verschuift naar rechts
Slide 3 - Quizvraag
De ijszaak huurt een winkelpand. De kosten voor de ijszaak zijn een voorbeeld van...
A
Constante kosten
B
Variabele kosten
Slide 4 - Quizvraag
De totale kosten formule is:
TK = 2 x q + 1000
De constante kosten zijn...
TK = 2 x q + 1000
De constante kosten zijn...
A
€2
B
€1.000
C
€2.000
D
Dat kan je niet weten
Slide 5 - Quizvraag
Break-even afzet bereken je door ...
A
TW = 0
B
GO = GTK
C
TO = TK
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de omzet
op deze markt?
op deze markt?
A
€7,50
B
€7.500
C
€3,75
D
€3.750
Slide 7 - Quizvraag
Qa = 5P - 10
Qv = -4P + 26
De evenwichtsprijs is...
Qv = -4P + 26
De evenwichtsprijs is...
A
€5
B
€4
C
€1,78
D
€16
Slide 8 - Quizvraag
Het consumentensurplus
in deze casus is ...
in deze casus is ...
A
€7,50
B
€7.500
C
€3,75
D
€3.750
Slide 9 - Quizvraag
Dezelfde ijszaak huurt ook een medewerker in die de ijsjes verkoopt. De loonkosten van de medewerker zijn een voorbeeld van...
A
Constante kosten
B
Variabele kosten
Slide 10 - Quizvraag
TO = 10q
TK = 5Q + 8.000
Break-even omzet is...
TK = 5Q + 8.000
Break-even omzet is...
A
€1.600
B
€16.000
C
€5.333
D
€53.333
Slide 11 - Quizvraag
Het producentensurplus is...
A
Het verschil tussen betalingsbereidheid en prijs
B
Het verschil tussen betalingsbereidheid en leveringsbereidheid
C
Het verschil tussen leveringsbereidheid en prijs
Slide 12 - Quizvraag
In corona-tijd stonden er lange rijen voor de winkels voor mondkapjes. Er was sprake van een...
A
Aanbodoverschot
B
Vraagoverschot
