- Je kent een aantal factoren die een verklaring vormen voor de verdeling van de welvaart in de wereld.
- Je kent de nadelen van het bnp/hoofd als maatstaf om de welvaart te meten.
- Je weet hoe het wereldbeeld er voor een aantal economische kenmerken uitziet.
- Je weet welke indicatoren (maatstaven) je kunt gebruiken om landen met elkaar te vergelijken en om de wereld in te delen in groepen van landen.
- Je begrijpt het verband tussen de verschillende economische patronen op de wereldkaart.
- Je begrijpt de beperkingen van kenmerken op nationaal niveau voor gebruik op een lager schaalniveau.
- Je kunt landen die verschillen in ontwikkelingsgraad op een aantal terreinen met elkaar vergelijken.