woordsoorten WW-VZ-TW cluster 1 kader 1

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

De koeien _____ weer naar buiten.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel
1 / 25
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

De koeien _____ weer naar buiten.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 1 - Quizvraag

Welk woordsoort ontbreekt?
_____de herfstvakantie ga ik veel leuke dingen doen.
A
werkwoord
B
telwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 2 - Quizvraag

4.4 WERKWOORD

- werkwoorden = doe-woorden

- zegt wat iets of iemand doet of overkomt

- kan  verschillende vormen hebben (kies-koos-gekozen)

-heel werkwoord= wij vorm in de TT. (staan- lopen




Slide 3 - Tekstslide

VOORZETSEL

Woord dat aangeeft

waar, wanneer of waarom

iets of iemand iets doet

waar
(... de kooi) in, op, achter, voor, naast, boven, onder... 
wanneer
ik appte tijdens de les, ik heb morgen om tien uur een afspraak, vanaf vandaag geldt het nieuwe rooster...
waarom
vanwege de storm blijft de brug dicht, dankzij mijn moeder kwam ik niet te laat

Slide 4 - Tekstslide

5.4 voorzetsel
Ezelsbruggetje:
Kooi-kastwoorden
maar ook
........ de vakantie
(tijdens, vanwege, gedurende)

Slide 5 - Tekstslide

Vind je dit veel of weinig ?
A
veel
B
weinig

Slide 6 - Quizvraag


Hoeveel mensen staan er in de rij?
A
7
B
9
C
8
D
3

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveelste is de man met het rode broek in de rij?
A
middelste
B
tweede
C
eerste
D
laatste

Slide 8 - Quizvraag

Telwoord 5.4
  • geeft hoeveelheid aan= hoofdtelwoord ( HTW)
ezelsbruggetje: Ik heb er....     (twee, tien, veel-weinig-meer)

  • geeft volgorde aan= rangtelwoord (RTW)
ezelsbruggetje: Ik zit op de......rij. (eerste-tweede, middelste)

Slide 9 - Tekstslide

Welkom
Pak jij alvast je spullen
We starten met voorlezen!


timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

welk telwoord is het?

eerste
A
B
C
hoofdtelwoord
D
rangtelwoord

Slide 11 - Quizvraag

Benoem alle werkwoorden in de zin.
Ik wil graag op Texel kamperen
A
wil- graag
B
ik- wil
C
graag-kamperen
D
wil-kamperen

Slide 12 - Quizvraag

werkwoord
hoofdtelwoord
rangtelwoord
voorzetsel
zelfstandig naamwoord
tijdens
vakantie
laatste
worden
veel

Slide 13 - Sleepvraag

Welkom
Pak jij alvast je spullen?
We starten met lezen


Slide 14 - Tekstslide

Woordsoorten

Slide 15 - Woordweb

Schrijf de woorden in je juiste rij:
  vijftien- beste-voor-achterste-meeste-veel-duizend-mooiste-zes-euro-middelste

Benoem de woorden in de rij overig
HTW


RTW

overig

Slide 16 - Tekstslide

Zinnen maken
Maak een zin met minimaal 5 woorden. 
eisen: WW- RTW-VZ

Slide 17 - Tekstslide

4.4 blz. 155
opdrachten: 11-12
Klaar begin met 5.5

We maken de mindmap van woordsoorten af. Probeer tekeningen erbij te maken
5.4 blz.195-196
opdrachten: 1-2-3-5-7-8-9-10-11-12


timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

We zijn om drie uur uit.?
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel

Slide 19 - Quizvraag

Het woord ZEVENDE is een:
A
B
C
hoofdtelwoord
D
rangtelwoord

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het voorzetsel?
Vanwege mijn ziekte kan ik niet komen.
A
niet
B
mijn
C
ik
D
vanwege

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noem je
"tweede - tachtigste - honderdste"?
A
telwoord
B
rangtelwoord
C
voorzetsel
D
hoofdtelwoord

Slide 22 - Quizvraag

Wat vind jij nog moeilijk?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

So Woordsoorten
Pak jij alvast je leesboek en etui?

Slide 25 - Tekstslide