Wat moet je over H4 weten en kunnen? Noteer zoveel mogelijk leerdoelen op de post-its'
Individueel, 4 minuten, in stilte
timer
4:00
Slide 4 - Tekstslide
Hints
Slide 5 - Tekstslide
Startopdracht
Wat? Maken stencil startopdracht
Klaar? Doornemen H4
timer
12:00
Slide 6 - Tekstslide
Bespreken startopdracht
Slide 7 - Tekstslide
Vandaag
- Herhaling H4
Slide 8 - Tekstslide
Herhalen H4
Slide 9 - Tekstslide
H4 Wateroverlast
Slide 10 - Tekstslide
Een stroomstelsel bestaat uit drie delen, die samen het lengteprofiel vormen
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
De waterscheiding is de grens tussen 2 stroomgebieden
Slide 19 - Tekstslide
Een stroomstelsel is het geheel van de hoofdrivier met al zijn zijtakken
Blauw = Stroomstelsel
Rood = Stroomgebied
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Waarom is dit belangrijk om te weten?
Slide 24 - Tekstslide
Problemen in delta
Door stijgende zeespiegel krijgen rivieren afvoerproblemen
Slide 25 - Tekstslide
Rivieren in toom houden
1953-1990: Rivieren opsluiten dijken steeds hoger > rivieren rechttrekken (kanaliseren)
Jaren ’90: meerdere ‘bijna-overstromingen’
Vanaf 1995: rivieren opsluiten helpt niet > Ruimte voor de Rivier
Slide 26 - Tekstslide
Debiet en Regiem
Leg de begrippen Regiem en Debiet uit.
Debiet is de hoeveelheid water die op een bepaald punt door de rivier stroomt
De schommelingen in de waterafvoer noem je het regiem.
Slide 27 - Tekstslide
Verschillen in afvoer
In welk seizoen is de afvoer van gemengde rivieren het hoogst?
In de lente staat het water hoog, doordat dan de gletsjer smelt en water levert. In de herfst en winter staat het water vaak ook hoger, doordat er dan minder water verdampt (het is dan koeler) en het vaak dan meer regent.
Slide 28 - Tekstslide
Blijvende dreiging
Kust is goed beschermd, maar dreiging blijft
Door zeespiegelstijging en bodemdaling, moeten we de waterkeringen blijven onderhouden.
Absolute zeespiegelstijging
Relatieve zeespiegelstijging
Slide 29 - Tekstslide
Waarom bodemdaling?
Slide 30 - Tekstslide
Droogmakerijen?
Deze pompen het water uit een lager gelegen gebied omhoog.
Hierdoor komt dit gebied droog te staan en kunnen wij daarop wonen / leven.
Slide 31 - Tekstslide
Inklinking
Wegpompen van het water zorgt ervoor dat de bodem naar beneden zakt..
Dit noemen we inklinking.
Slide 32 - Tekstslide
Belangrijke bedrijgingen kust- en rivierengebied
Versterkt broeikaseffect & bodemdaling
Combinatie stijging zeespiegel (als gevolg van afsmelten ijskappen en gletsjers) én bodemdaling (voortdurend bemalen land door mens)
Maar ook: Piekafvoer rivieren i.c.m. springtij (verschil hoog- en laagwater grootst is) en noordwesterstorm Noordzee.
Slide 33 - Tekstslide
Ruimte voor de Rivier
Deltawet 1953: dijken moeten hoger.
-> Na watersnoodsramp
Deltaprogramma 2015: rivier moet meer ruimte krijgen
-> Na hoogwater in 1993 en 1995
dijkversterking
rivierverruiming
natuurontwikkeling
Toekomst?
Slide 34 - Tekstslide
Water voor later
Welke gevolgen hebben de veranderingen in het neerslagregiem voor Nederland?
Watertekort in tijden van droogte
Hogere piekafvoeren
Slide 35 - Tekstslide
Problemen bij droogte
Welke problemen ontstaan bij een watertekort?
Tekort aan drinkwater
Tekort aan water voor de landbouw
Verzilting
Slide 36 - Tekstslide
Zoet of zout?
Bij lage waterstanden in de rivier, komt zeewater verder landinwaarts. Wat is het gevolg daarvan?
Verzilting
Waarom is dat een probleem?
Niet alle gewassen verdragen zout water
Slide 37 - Tekstslide
IJsselmeer
De rol van het IJsselmeer is dat men het water in de zomer verhoogt in het IJsselmeer.
Hierdoor kan de overheid dit zoetwater verdelen voor drinkwater en voor de landbouw.