paragraaf 1.2 De mens in het landschap

paragraaf 1.2 De mens in het landschap
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

paragraaf 1.2 De mens in het landschap

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Wat zijn kenmerken van een dwarsprofiel van een rivier in Nederland?
  • Hoe heeft het menselijk handelen invloed op het regiem van een rivier?
  • Hoe heeft het menselijk handelen invloed op water in het landschap en op waterkwaliteit?


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De uiterwaarden liggen in het rivierengebied.....
A
binnendijks
B
buitendijks

Slide 4 - Quizvraag

Zoek een afbeelding van de uiterwaarden waaruit ook de functie van de uiterwaarden in de zomermaanden en wintermaanden naar voren komt.

Slide 5 - Open vraag

functie uiterwaarden is waterbergend vermogen (hoog water)
In dit kader functie uiterwaarden: natuur ,veeteelt en recreatie

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Waar wonen van oudsher de meeste mensen in het rivierengebied?
A
Komgronden
B
Uiterwaarden
C
Oeverwallen

Slide 8 - Quizvraag

Twee soorten dijken
▪️ winterdijk —> ligt op de oeverwal, hoog

▪️ zomerdijk —> ligt dichtbij de rivier, lager

uiterwaarden

Slide 9 - Tekstslide

Dwarsprofiel=
dwarsdoorsnede  van de rivier

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Welke drie ingrepen in het rivierenlandschap door de mens komen in het filmpje aan bod?

Slide 12 - Open vraag

Ook ontbossing is een menselijke ingreep.
Leg uit waardoor het regiem van een rivier onregelmatiger wordt door de menselijke ingrepen.

Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 13 - Open vraag

vertragingstijd

De vertragingstijd neemt door ingrepen in het landschap af.


Het water komt dus sneller in de rivier.

Hierdoor neemt de piekafvoer toe.

Slide 14 - Tekstslide

Vertragingstijd
afhankelijk van:
  1. vegetatie
  2. ondergrond
  3. invloed van de mens

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Ondanks dijken toch in grote delen van Nederland overstromingsgevaar mede door toegenomen economische waarde en bevolkingsgroei
Deltawerken

Slide 17 - Tekstslide

2

Slide 18 - Video

Vaststellen veiligheidsnorm: in kaart brengen mogelijke schade
  • ligging t.o.v NAP
  • Oppervlakte van het gebied (hoe groot is het gebied?)
  • aantal inwoners
  • waarde investeringen (woningen, infrastructuur, bedrijven, economische activiteiten)

Gebieden waar gevolgen overstroming het grootst zijn krijgen strengste norm.

Slide 19 - Tekstslide

00:30
Door de combinatie van welke 3 factoren is Nederland kwetsbaar voor wateroverlast?

Slide 20 - Open vraag

01:00
Noem twee voorbeelden van een waterkering.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

Deltawerken
 groen: de vroegere kust die door de Deltawerken geen verdediging meer tegen de zee is;

 rood: de kust die het land moet verdedigen tegen hoogwater.

Slide 23 - Tekstslide

opgave 5d. Leg uit hoe het zoute zeewater vroeger via de Nieuwe Waterweg zo ver landinwaarts kon stromen.

Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten. Beantwoord in de volgende dia.

Slide 24 - Tekstslide

Leg uit hoe het zoute zeewater vroeger via de Nieuwe Waterweg zo ver landinwaarts kon stromen.

Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 25 - Open vraag

Beredeneer met dezelfde atlaskaart in twee stappen hoe het binnendringende zoute water nu wordt teruggedrongen.

Slide 26 - Open vraag

opdringen zout water bij lage waterstand

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Uitgangspunten 2008 tweede 
Deltacommissie
  1. Hetzelfde beschermingsniveau voor iedere Nederlander achter de dijk.
  2. Meer bescherming voor plekken waar grote groepen slachtoffers/economische schade kan zijn.
  3. Meer bescherming op plaatsen waar uitval van vitale of kwetsbare infrastructuur landelijke gevolgen kan hebben.

Slide 29 - Tekstslide

Zeespiegelstijging
  1. Gletsjers in berggebieden en landijs op Groenland en Antarctica smelten. Er komt daardoor meer water in de oceanen terecht. 
     2. Het zeewater wordt door hogere temperaturen ook iets warmer. Warmer water zet uit en neemt meer ruimte in beslag. Dit is de belangrijkste oorzaak van zeespiegelstijging.


Slide 30 - Tekstslide

Bodemdaling
-> kanteling Nederland (ijstijd)
westen daalt, oosten komt omhoog.
-> minder sedimentatie a.g.v bedijkingen
-> inklinken veen en klei
-> veenoxidatie, verteren van veen dat boven grondwater uitkomt
-> aardgaswinning

Slide 31 - Tekstslide

Bodemdaling

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

overstromingsrisicobewustzijn

Slide 34 - Tekstslide

Integraal
waterbeleid
  • waterafvoer
  • waterkwaliteit
  • naaste omgeving
  • belang stad en platteland
  • verschillende functies 

Slide 35 - Tekstslide

Kwelwater

Slide 36 - Tekstslide

verdroging= verlagen grondwaterstand
verzilting= achterblijven van zout na verdamping

Slide 37 - Tekstslide

Kribben
twee doelen:

  1. bevaarbaar houden rivier
  2. snel afvoeren water

Slide 38 - Tekstslide

Check begrippen:
* Stroomstelsel (boven-, midden- en benedenloop)
* verval/verhang
* stroomgebied
* waterscheiding
* vertragingstijd
* regiem/debiet
* regen-, gletsjer- of gemengde rivier
* piekafvoer
*vertragingstijd

Slide 39 - Tekstslide