Gebieden waar gevolgen overstroming het grootst zijn krijgen strengste norm.
Slide 19 - Tekstslide
00:30
Door de combinatie van welke 3 factoren is Nederland kwetsbaar voor wateroverlast?
Slide 20 - Open vraag
01:00
Noem twee voorbeelden van een waterkering.
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Video
Deltawerken
groen: de vroegere kust die door de Deltawerken geen verdediging meer tegen de zee is;
rood: de kust die het land moet verdedigen tegen hoogwater.
Slide 23 - Tekstslide
opgave 5d. Leg uit hoe het zoute zeewater vroeger via de Nieuwe Waterweg zo ver landinwaarts kon stromen.
Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten. Beantwoord in de volgende dia.
Slide 24 - Tekstslide
Leg uit hoe het zoute zeewater vroeger via de Nieuwe Waterweg zo ver landinwaarts kon stromen.
Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Slide 25 - Open vraag
Beredeneer met dezelfde atlaskaart in twee stappen hoe het binnendringende zoute water nu wordt teruggedrongen.
Slide 26 - Open vraag
opdringen zout water bij lage waterstand
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Uitgangspunten 2008 tweede
Deltacommissie
Hetzelfde beschermingsniveau voor iedere Nederlander achter de dijk.
Meer bescherming voor plekken waar grote groepen slachtoffers/economische schade kan zijn.
Meer bescherming op plaatsen waar uitval van vitale of kwetsbare infrastructuur landelijke gevolgen kan hebben.
Slide 29 - Tekstslide
Zeespiegelstijging
Gletsjers in berggebieden en landijs op Groenland en Antarctica smelten. Er komt daardoor meer water in de oceanen terecht.
2. Het zeewater wordt door hogere temperaturen ook iets warmer. Warmer water zet uit en neemt meer ruimte in beslag. Dit is de belangrijkste oorzaak van zeespiegelstijging.
Slide 30 - Tekstslide
Bodemdaling
-> kanteling Nederland (ijstijd)
westen daalt, oosten komt omhoog.
-> minder sedimentatie a.g.v bedijkingen
-> inklinken veen en klei
-> veenoxidatie, verteren van veen dat boven grondwater uitkomt