Hoeveel is de winst bij het productieprogramma (1500,1000) vb: 450 euro
Slide 3 - Open vraag
Uitwerking
1500 liter Melko geeft 1500*0,45=675 euro
1000 liter Romich geeft 1000*0,75=750 euro
Dus 675+750=1425 euro
Slide 4 - Tekstslide
Hoeveel is de winst als er zoveel mogelijk M geproduceerd wordt? vb: 200 euro
Slide 5 - Open vraag
Hoeveel is de winst als er zoveel mogelijk R geproduceerd wordt? vb: 340 euro
Slide 6 - Open vraag
Uitwerking
zoveel mogelijk liter van Melko, betekent dat je naar hoekpunt C (3100,0) kijkt. 3100*0,45=1395 euro
Zoveel mogelijk liter van Romich, betekent dat je naar E(1333,33...;1333,33...) kijkt 1333,33...*0,45+1333,33...*0,75=1600 euro
Slide 7 - Tekstslide
Zoek een productieprogramma dat een hogere winst oplevert dan die van vraag 22b en maak een foto van de berekening
Slide 8 - Open vraag
Uitwerking
Bij hoekpunt D(2200,900) heb je een hogere winst:
2200*0,45+900*0,75= 1665 euro
Slide 9 - Tekstslide
Afspraken voor in dit hoofdstuk
toegestaan gebied kleuren we rood
de randen doen mee
Slide 10 - Tekstslide
We gaan op zoek naar het punt waarin de doelfunctie het optimum bereikt
Voor de winst W geldt in dit geval: W=0,45x+0,75y
Deze functie W heet de doelfunctie
We kunnen nu een lijn tekenen waarbij de winst bijvoorbeeld 1000 wordt: 0,45x+0,75y=1000 Of een lijn voor de winst bij x=3100 en y=0
Al die lijnen noem je isolijnen, deze lijnen lopen evenwijdig aan elkaar.
Voor een maximale winst kijk je naar de hoogste isolijn die nog net door een punt van het toegestane gebied gaat
Slide 11 - Tekstslide
Hoe teken je één van de isolijnen?
vb. Gegeven W=0,45x+0,75y
Neem een handig roosterpunt (bijvoorbeeld op de x-as) en bereken voor dat punt de winst -> geeft formule voor 1 van de isolijnen vb 1 (1000,0) geeft 0,45*1000+0,75*0=450 -> 0,45x+0,75y=450 vb 2 (3000,0) geeft 0,45*3000+0,75*0=1350-> 0,45x+0,75y=1350
Het tweede punt waar deze lijn doorheen gaat vind je door x=0 in te vullen dat geeft vb 1 0,75y=450, dus y=600 -> tweede punt: (0,600) vb 2 0,75y=1350, dus y=1800 -> tweede punt: (0,1800)