woordenschat havo 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

woordenschat

Wat is de betekenis van "verbastering"?

1. verzinsel
2. vermindering
3. vervorming
4. verzadiging

Wat is de betekenis van "verzadigd"?

1. gevuld zijn (na eten)
2. vettig zijn (door eten)
3. misselijk zijn (van eten)
4. zaaddragend zijn (plant)

Wat is de betekenis van "inspelen op"?

1. blokkeren
2. actief reageren
3. iets doorgeven
4. iets verzamelen

Wat is de betekenis van "potentiële"?

1. met leiderschapskwaliteiten
2. mogelijke
3. verdachte
4. vergezochte

Wat is de betekenis van "intensief"?

1. veelvuldig
2. natuurlijk
3. onderhoudend
4. slecht beschermd

Wat is de betekenis van "sceptisch"?

1. verdwaald
2. hardop denkend
3. ingespannen
4. kritisch twijfelend

Wat is de betekenis van "verschaffen"?

1. bezorgen
2. aanpraten
3. verduidelijken
4. ondersteunen

Wat is de betekenis van "kanttekeningen"

1. droedels in de kantlijn
2. verdachtmakingen
3. kritische opmerkingen
4. oprechte zorgen

Wat is de betekenis van "geïsoleerde"

1. ver weg
2. bevreemdende
3. onduidelijke
4. afgelegen

17 feb so woordenschat H1-H3

Zorg dat je begint met leren!!

nakijken huiswerk

2, 3, 6 (p. 57-59)

Maak de startopdracht (p. 88)

Metoniem

Metoniem 

Maak opdr. 1 & 2 (HW)